Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Joep Bastiaans deed onderzoek naar nieuwe woonvormen voor senioren
Winnaar scriptieprijs: "Gemeenschappelijkheid is niet te koop"

Joep Bastiaans inventariseerde in zijn onderzoek welke gemeenschappelijke woonconcepten recent zijn ontwikkeld voor ouderen en in hoeverre die aansluiten bij wensen en behoeften van de doelgroep. Hij won met deze masterscriptie de eerste Jeroen van der Veer Scriptieprijs.

Jeroen van der Veer Scriptieprijs 2021
Image

Joep Bastiaans heeft de eerste Jeroen van der Veer Scriptieprijs gewonnen voor zijn masterscriptie ‘Professional collaborative housing concepts for seniors’. De Amsterdamse Federatie voor Woningcorporaties (AFWC) riep de prijs in het leven ter herinnering aan onderzoeker en collega Jeroen van der Veer.  “Met de prijs willen we vanuit de passie en gedrevenheid van Jeroen een blijvend podium bieden aan vernieuwend en concreet toepasbaar onderzoek”, aldus Anne-Jo Visser, directeur AFWC. De prijs zal jaarlijks worden toegekend. Er werden dertien scripties ingezonden. Naast Joep Bastiaans werd Jan van Vliet genomineerd met een scriptie over doorstroming van ouderen ‘Stimulating the desire to move’ en Marjolein Bons met haar scriptie ‘A crisis that triggered change’ over de impact van corona op de woningmarkt. Bastiaans rondde zijn studie in april 2021 af.

Zie ook: Jeroen Bastiaans wint scriptieprijs 2021

Hoe kwam je bij dit onderwerp?
"Onder andere door het rapport ‘Oud en Zelfstandig in 2030’ van de Commissie Toekomst Zorg Thuiswonende Ouderen, onder leiding van oud-minister Wouter Bos. Daarin werd de grote behoefte aan nieuwe 'geclusterde woonvormen' voor senioren onder de aandacht gebracht. En ook dat marktpartijen daar een rol in kunnen en ook moeten spelen. De grote vraag is hoe je als professional dergelijke concepten tot een gemeenschap maakt." 

Hoe heb je het aangepakt?
"Ik heb na mijn literatuuronderzoek een aantal voorlopers geselecteerd. Ik zocht gerealiseerde maar ook zeer verschillende projecten. Dat waren Knarrenhof in Zwolle, ParkEntree in Schiedam en LIFE in de Amsterdamse Houthaven. Elk van die projecten had een gemeenschappelijke ruimte en een gedeelde tuin, een voorwaarde voor een gemeenschappelijk woonconcept. Met bewoners van elke locatie heb ik een aantal diepte-interviews gedaan en mede op basis daarvan heb ik een enquête uitgezet bij alle bewoners. Waar het mij vanuit wetenschappelijk oogpunt mede om ging was de meting van de mate van gemeenschappelijkheid; hoe bewoners zich onderling verbonden voelen. En voor de praktijk is van belang welke factoren dat beïnvloeden."

Noem eens een paar bevindingen. Wat draagt bij aan het succes van dergelijke woonconcepten?
"Het begint er natuurlijk mee dat de woning levensloopbestendig is. Maar als het doel is om gemeenschappelijkheid te creëren, vergt dat ook inzet van bewoners. Dat moet je vooraf duidelijk communiceren. Het helpt daarin om eisen te stellen bij de selectie van bewoners. Dat lukt vaak niet volledig omdat aanvullende eisen, zoals een minimale leeftijd of uitgesproken motivatie, schuren met de terugverdienmogelijkheden van de ontwikkelaar. Maar het helpt al veel als alle bewoners weten in welk concept ze stappen. Knarrenhof werkt daarin andersom: daar ligt de start bij groep mensen die een locatie zoeken. Dat werkt meer als een CPO, en dat schept een band."

Het is kortom meer dan bakstenen stapelen?
"Wat betreft de architectuur moeten er zoveel mogelijk mogelijkheden zijn voor spontane ontmoetingen. Dan kom je elkaar vanzelf tegen. Maar zo ontstaat er nog geen gemeenschap. In een vroeg stadium inzetten community-building is daarom belangrijk. Tijdens bewonersbijeenkomsten wordt ook duidelijk wat de verwachtingen van andere bewoners zijn. Dat loopt natuurlijk nogal uiteen. 
Een andere uitdaging voor ontwikkelaars is de vraag hoeveel zeggenschap je bewoners geeft over het gebruik en de inrichting van de gemeenschappelijke ruimtes. Een gevoel van eigenaarschap creëren is belangrijk. Daar zag ik behoorlijke fricties ontstaan tussen verwachtingen van bewoners en de visie van de verhuurder. Wie bepaalt bijvoorbeeld de openingstijden en wie de ruimte mogen gebruiken?"

Je bent vorig jaar afgestudeerd. Wat doe je nu?
"Ik heb na mijn studie eerst enige tijd bij Stichting Knarrenhof gewerkt. Nu ben ik projectontwikkelaar bij AM."

Fred van der Molen