De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) bestaat deze maand honderd jaar. Bij de leden is er nog altijd een grote behoefte om nauw met elkaar samen te werken. Voor zichzelf zien ze de komende jaren ook een belangrijke rol weggelegd in het betaalbaar houden van de stad, legt Federatie-directeur Egbert de Vries uit in een vooruitblik op het jubileumjaar.
AFWC-directeur Egbert de Vries: “We zijn trots op ons verleden, maar we willen het jubileumjaar vooral gebruiken om stil te staan bij de grote uitdagingen die voor ons liggen. Die zijn er genoeg.”
“De toekomst zal ons aantoonen dat het een daad van wijs beleid is geweest, in Amsterdam de verschillende bouwvereenigingen in één organisatie saam te brengen: in eenheid zit kracht.” Het was duidelijke taal die de voorzitter van de net opgerichte ‘Federatie van Amsterdamsche Woningbouwvereenigingen’ in het eerste jaarverslag gebruikte om de samenwerking tussen zestien hoofdstedelijke woningbouwverenigingen te verklaren. Het was niet vanzelfsprekend dat op 23 maart 1917 zoveel verschillende organisaties met een uiteenlopende achterban hun handtekening onder de samenwerkingsovereenkomst zetten. Maar de grote woningnood en het tekort aan bouwmaterialen maakten dat over de ideologische barrières heen kon worden gestapt.
Bij de leden van de Federatie is er nog altijd een grote behoefte om op allerlei gebieden nauw met elkaar samen te werken. Perioden van eensgezindheid en onderlinge verdeeldheid mochten elkaar de afgelopen honderd jaar afwisselen (zie kader), maar uiteindelijk bleken de voordelen van een krachtenbundeling altijd weer groter. Dat is nu niet anders, vertelt Federatie-directeur Egbert de Vries. “Onze leden willen in onderhandelingen met de gemeente en andere stakeholders het liefst samen optrekken. Bovendien willen ze van elkaar leren en gezamenlijk nieuwe vragen vanuit de samenleving verkennen. Voor een gemeente is het ook een stuk gemakkelijker om afspraken te maken met één organisatie en niet zesmaal te hoeven onderhandelen met onze achterban.’
Naast een digitale publicatie over honderd jaar Federatiegeschiedenis staat de organisatie dit jaar ook op andere manieren stil bij haar jubileum. Zo wordt het jubileumjaar op 23 maart feestelijk ingeluid met een informeel samenzijn voor stakeholders in het Museum Het Schip (Let op: locatie is gewijzigd!). In juni is de Federatie mede-initiatiefnemer van het International Social Housing Festival, waar met internationale gasten wordt gediscussieerd over thema’s als mobiliteit, migratie, diversiteit en segregatie. Tijdens dit festival worden ook de nieuwe jaarcijfers gepresenteerd en neemt de Federatie de rol van sociale woningbouw in andere Europese steden onder de loep. Bovendien presenteren ROC-jongeren er oplossingen voor belangrijke woonvraagstukken waarnaar ze dit voorjaar binnen het project ‘Made by 020’ onderzoek doen. Met de jaarlijkse Ontmoeting wordt in november het jubileumjaar afgesloten. In 2017 verschijnt ook nog een geactualiseerde digitale versie van de Atlas sociale woningbouw Amsterdam. |
Focus op nieuwe uitdagingen
In dit jubileumjaar kijken de woningcorporaties met trots terug op de bijzondere rol die ze de afgelopen honderd jaar hebben gespeeld in de Amsterdamse volkshuisvesting. Maar bovenal willen de corporaties vooruitkijken naar de grote uitdagingen in de stad. Die zijn er genoeg, aldus De Vries. “Denk aan de huisvesting van kwetsbare groepen of het bouwen van nieuwe woningen om de groei van de stad op te vangen. We willen ook helpen voorkomen dat huishoudens te veel schulden opbouwen, omdat ze in een te dure woning zitten. En dan moeten we de komende jaren ook nog af zien te komen van onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen om de klimaatverandering tegen te gaan.”
Die opgaven kunnen naar de overtuiging van De Vries alleen worden aangepakt in nauwe samenwerking met andere partijen. Dat is in de eerste plaats de gemeente, maar de Federatie wordt de laatste tijd ook vaker aangesproken door maatschappelijke instellingen en zorgaanbieders. “Zij willen graag weten hoe onze leden aankijken tegen zaken als vergrijzing en de groeiende zorgbehoefte.” Het contact met de Huurdersvereniging Amsterdam is tot vreugde van De Vries de laatste jaren constructiever geworden. Over veel beleidsmaatregelen zijn de Federatie en de HA het met elkaar eens, maar er zijn ook onderwerpen waarover de partijen van mening blijven verschillen. Zo dringt de HA erop aan dat de corporaties stoppen met de verkoop van huurwoningen. Maar De Vries vindt die noodzakelijk om de woningvoorraad te kunnen vernieuwen, nieuwbouw te financieren en buurten te differentiëren. “Op dit moment verkopen we wel minder woningen dan vroeger en is er meer focus op buurten waar al veel sociale huurwoningen staan.”
Extra impuls voor Nieuw-West
Aan de stedelijke vernieuwing, die tijdens de crisis grotendeels stilviel, willen de corporaties de komende jaren in ieder geval een extra impuls geven. “In Nieuw-West gaan we samen met de gemeente extra investeren en ook Noord verdient meer aandacht.” De corporaties zullen daarbij woningen slopen maar ook toevoegen, terwijl andere complexen worden gerenoveerd. De Vries hoopt daarvoor op steun vanuit Den Haag, al beseft hij dat er daarvoor in de politiek wel iets moet veranderen. “Ik vind het merkwaardig dat er in alle verkiezingsprogramma’s zo weinig aandacht is voor de vernieuwing van de steden. Nu de crisis over is, moet dat onderwerp weer breed op de agenda komen te staan.”