Braakliggende terreinen in kaart gebracht
Gezocht: tijdelijke gebruikers
De gemeentes Amsterdam en Zaanstad hebben een digitale kaart gemaakt met een inventarisatie van braakliggende terreinen. Ze willen burgers hiermee stimuleren via contactpersonen met ideeën te komen voor tijdelijke invulling. Uiteindelijk moet de eigenaar, huurder of pachter van het terrein met het plan instemmen en moet de nieuwe, tijdelijke functie passen in het gebied. Contactpersoon Ank Brand voor terreinen in Noord heeft tot dusver enkele tientallen meer of minder realistische ideeën binnengekregen, variërend van studentenhuisvesting en drijvende hotels tot kampeerplekken voor campers en het laten grazen van een schaapskudde. Digitale kaart |
Het was zo’n regenachtige en winderige zomerdag. Toch hadden aardig wat mensen het weer getrotseerd om de opening van de Bellamytuin in de Kinkerbuurt bij te wonen. Om zelf zo’n bak in gebruik te nemen en in speciaal aangevoerde tuinaarde bloemen of groenten te kweken.
Jonas en Steph zijn met hun twee jonge kinderen aan het zaaien. Veldsla, kropsla, radijs, venkel, meloen en bloemetjes. Vrijwel al hun kennis van de teelt komt van de achterkant van de zaadpakjes. “We zien wel wat er van komt.” Ze zijn blij met hun nieuwe tuin op postzegelformaat. “We hebben zelf geen tuin en wonen hier om de hoek. Het werd een rommeltje hier doordat de plannen voor de Hallen niet werden uitgevoerd. Nu wordt er wat mee gedaan.”
De kweekbakken en tuinaarde zijn beschikbaar gesteld door het stadsdeel en de organisatie Stadsboeren. Die wil dat Amsterdam, net als onder meer Berlijn, veel meer van deze ‘nomadische tuinen’ krijgt. Het plan voor de Bellamytuin vergde een lange adem en veel overleg, zegt Philip Coppenhagen van Stadsboeren. “Er is een zekere beduchtheid voor het ‘Blijburg-effect’: dat iets tijdelijks blijvend wordt als het aanslaat.”
De Bellamytuin is een voorbeeld van tijdelijke invulling van braakliggende terreinen, waarvan Amsterdam er door de crisis steeds meer krijgt. De afgelopen tijd zijn verscheidene lege plekken al tijdelijk ingericht als bijvoorbeeld speeltuin (Confuciusveld, Bongerd, IJburg blok 50) of trimbaan (Reimersveld). Andere liggen nog te verpieteren.
Vrijplaats
Neem het Zeeburgereiland, waar geplande woningbouw ook op zich laat wachten. Een groep kunstenaars, architecten en stedenbouwkundigen presenteerde in juli aan het stadsbestuur een plan voor een zelfvoorzienend dorp dat voor een periode van tien jaar in de Sluisbuurt op Zeeburgereiland zou moeten verrijzen. “We willen geen geld van de gemeente, alleen het gebruik van de grond”, zegt kunstenaar Bart Stuart, een van de pioniers op de voormalige NDSM-werf in Amsterdam-Noord. “Investeringen in elektriciteitsleidingen, riolering en andere infrastructuur loopt al snel in de tonnen, maar wij willen alles zelf doen. Zelf onze energie opwekken met zonne- en windenergie.”
Wethouder Van Poelgeest heeft volgens Stuart al eerder aangegeven dat in de Sluisbuurt mogelijk ruimte is voor een vrijplaats, bij wijze van experiment. Maar in besprekingen met de initiatiefnemers is de gemeente kritisch. Stuart: “Ze eisen een doortimmerd plan van ons, maar wij willen het op een organische manier laten ontstaan, zonder duidelijk einddoel. Daar willen we aan vasthouden, we gaan niet polderen.”
Zelfregulerend festival
Door de schaarse bebouwing biedt het Zeeburgereiland ruimte voor zelfregulerende evenementen waarbij de overheid zich op de achtergrond houdt, zegt stadsdeelsecretaris Frank van Erkel van Amsterdam-Oost. Daar werd in augustus het Magneet Festival gehouden, waar deelnemers zelf grotendeels verantwoordelijk waren voor de programmering en het verdere reilen en zeilen. Ze moesten het gebied na afloop in dezelfde staat overdragen als ze het in gebruik hadden gekregen.
Van Erkel heeft zich sterk gemaakt voor het festival na een pleidooi van onder anderen dj Isis. “Zij vond dat Amsterdam ruimte moest bieden aan zo’n initiatief als het zich wil profileren als creatieve stad.” Volgens Van Erkel past het evenement in het streven van het stadsdeel naar een ‘bruisend Oost’, waarin steeds meer functies van het centrum van de stad worden overgenomen.
Ondanks het zelfregulerende karakter moest er wel degelijk rekening worden gehouden met bestaande regelgeving, benadrukt Van Erkel. “Je moet even meedenken om dingen die niet direct binnen de regels vallen toch mogelijk te maken. Het digitale formulier voor de vergunningaanvraag voldoet niet, want het vereist maatwerk.” Zo was er uitvoerig overleg nodig met Rijkswaterstaat vanwege de nabijgelegen A10 en vaarroutes, maar ook met de stadsecoloog over de oeverzwaluwen die er nestelen.