Het Rijk, de provincies Noord-Holland en Flevoland en de gemeenten in deMetropoolregio Amsterdam (MRA) hebben afspraken gemaakt om de woningproductie te versnellen. De ambitie is om voor 2031 ruim 170.000 woningen toe te voegen, waarvan circa twee derde in het betaalbare segment. De hoofdstad zelf staat op de rol voor 67.500 woningen, 7.500 per jaar.
Minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening maakt dezer maanden met provincies en regio's afspraken over nieuwbouwdoelstellingen tot en met 2030. Deze afspraken tellen op tot de 900.000 nieuwe woningen uit de Nationale Woon- en Bouwagenda. Daarin is tevens vastgelegd dat twee op drie nieuwbouwwoningen in de categorie betaalbaar moet vallen.
Dat geldt ook voor de Woondeal van de Metropoolregio. In de MRA, die loopt van IJmuiden tot Lelystad, moeten er 170.000 woningen bijkomen, waarvan zo'n 51.000 sociale huurwoningen, 44.500 middeldure huurwoningen en 17.000 betaalbare koopwoningen (tot €355.000).
In de Woondeal leggen Rijk, twee provincies en de MRA-gemeenten hun wederzijdse verantwoordelijkheden en inspanningen vast en erkennen zij de in deze Woondeal opgenomen opgaven en randvoorwaarden. Elk van 29 gemeenten committeert zich via deze afspraak bijvoorbeeld aan het nemen van haar 'fair share', ook wat betreft huisvesting van kwetsbare groepen en toevoegen van sociale huurwoningen. Alle gemeenten zeggen daarbij toe op termijn te streven naar een aandeel van 30 procent sociale huur.
Het Rijk zegt in de Woondeal toe zich in te zetten voor het wegnemen van knelpunten voor de woningbouw, bijvoorbeeld op het gebied van klimaatbestendig bouwen, geluid, stikstof en energievoorziening. Daarnaast investeert het kabinet via allerlei bestaande regelingen veel geld in het bouwprogramma, zoals de subsidie Grootschalige Woningbouwlocaties, de Woningbouwimpuls, de regelingen flexpools, de regeling huisvesting aandachtsgroepen, het Volkshuisvestingsfonds, de Transformatie faciliteit en de Regeling tijdelijke huisvesting (flexwoningen). De regio benadrukt overigens dat meer middelen nodig zijn om alle betaalbaarheidsdoelstellingen te halen.
De Woondeal is een lijvig document van 42 pagina's, waarbij ook aansluiting wordt gezocht bij andere (nationale) beleidsdoelstellingen op bijvoorbeeld het gebied van duurzaamheid en circulair bouwen, ouderenhuisvesting en mobiliteit.
Bouwlocaties?
In de Woondeal is een lijst opgenomen met de grote woningbouwlocaties in de regio, waar een groot deel van de woningen een plek moet krijgen. Er komen ‘versnellingstafels’ waarin samen met betrokken marktpartijen, corporaties en waterschappen de voortgang en knelpunten worden besproken en zo mogelijk opgelost.
De urgentie van het woningtekort wordt door alle partijen gedeeld. Maar knelpunten zijn er te over. Naast de bekende problemen - zoals de stijgende bouwkosten, personeelstekorten, de stikstofproblematiek, milieucontouren en de verslechterende marktomstandigheden, dreigt ook de energiecongestie een negatieve rol te gaan spelen in het bouwtempo.
Daarom zijn die versnellingstafels ook zo belangrijk, aldus De Jonge: "Natuurlijk zal wel eens een business case niet rond komen. Maar we kunnen ons niet permitteren alleen vast te stellen dat iets niet kan. De vraag moet dan zijn: hoe dan wel? En waar dan wel?"
Hij riep gemeenten en de provincie Noord-Holland op de 'bijna religieuze twist' over binnenstedelijk of buitenstedelijk bouwen te beëindigen. "Natuurlijk moeten we de natuur beschermen. Maar gun nu een dorpsgemeenschap dat straatje erbij. Dat is belangrijk zowel voor de woningzoekenden als voor de leefbaarheid, bijvoorbeeld voor het instandhouden van voorzieningen. In Noord-Holland heb je veel weiland. Dat is niet allemaal belangrijke natuur. Mijn oproep aan de provinciale partijen is: voer dat gesprek tijdens de formatie."
'Harde' plannen
Op dit moment bestaan er voor ongeveer 65.000 woningen 'harde plannen'. Maar een vastgesteld bestemmingsplan geeft nog geen zekerheid dat er wordt gebouwd. Ook de Woondeals geven deze zekerheid niet. Dat overheden elkaar bij de les houden gaat zeker helpen, maar uiteindelijk bouwen ze zelf geen woningen. Dat moeten de échte bouwers doen, de projectontwikkelaars en corporaties. En die tekenden niet mee. Zij beperken zich tot een steunverklaring dan wel aanmoedigingsbrief.
De woningcorporaties in de MRA zeggen overigens potentieel in staat te zijn in de periode tot 2031 bijna 80.000 woningen te bouwen, waarvan 72.000 sociale huur en 7.000 middeldure huurwoningen. Maar zij maken zich grote zorgen over de randvoorwaarden, zoals de beschikbaarheid van voldoende locaties. Voor hen voldoende reden om hun betrokkenheid bij dit afsprakenkader te beperken tot een 'aanmoedigingsbrief'. "We zijn enthousiast over de richting en zijn dankbaar voor de 30 procent sociale nieuwbouw. Maar we hebben zorgen over de knelpunten bij veel projectlocaties. Dat zijn er best veel", aldus AFWC-directeur Anne-Jo Visser namens de corporaties in de MRA.