Amsterdam en de woningcorporaties verkennen de mogelijkheden voor een rechtvaardiger toewijzingssystematiek van sociale huurwoningen. Gewenste uitkomst: een systeem met meer doorstroming en betere aansluiting op woonwensen. “Het belangrijkste is”, zegt AFWC-directeur Egbert de Vries, “dat het alternatief beter is dan de huidige wachtlijsten”.
Nieuw uitgangspunt
De corporaties hebben vooruitlopend op het onderzoek alvast een nieuw uitgangspunt geformuleerd: het nieuwe systeem moet zorgen voor passende huisvesting op dat moment dat een huishouden een sociale huurwoning nodig heeft. En de woning is slechts beschikbaar voor zolang als nodig.
“Het huidige stelsel past niet bij dat principe. De oude verdeling gaat niet uit van passende huisvesting voor wat betreft prijs, samenstelling van de huishouding en bijvoorbeeld een mogelijke zorgvraag.”
Ook laat volgens De Vries het criterium ‘op het moment dat het nodig is’ zich niet combineren met een wachtlijst. “Stel een gezinnetje in een kleine tweekamerwoning krijgt gezinsuitbreiding. Dan ontstaat ruimtenood, maar hun inschrijving heeft geen enkele relatie met de dynamiek van hun leven. Ook dat is een belangrijke reden de systematiek te wijzigen.”
En dan de toevoeging ‘voor zolang als nodig’? De Vries: “Dat is misschien geen verdelingsvraagstuk, maar ons huurstelsel is niet toegesneden op meer flexibiliteit in het woninggebruik. Duizenden wonen veel ruimer dan strikt genomen nodig is, terwijl duizenden grote gezinnen veel krapper wonen dan wenselijk is.”
“Weg van verworven rechten”
André Ouwehand is onderzoeker aan de TU Delft op het gebied van stedelijke vernieuwing en volkshuisvesting. Hij is aangenaam verrast door het uitgangspunt dat gebruik van een sociale huurwoning geen eeuwigdurend recht meer is. “We zitten in een andere tijd. Sociale huisvesting wordt meer een voorziening, maar dat kan zonder voorbij te gaan aan de noden van kwetsbare mensen.”
Hij relativeert de reikwijdte van een stelselwijziging. “Je kunt hoogstens de doorloop iets versnellen en de effectiviteit en rechtvaardigheid wat verbeteren.” Amsterdam is volgens hem tamelijk lang vrij conservatief geweest met woonduur als verworven recht. Het afscheid daarvan is gepaard gegaan met een riante overgangsregeling. En vandaag levert een lange inschrijfduur het ‘gouden ticket’ op. “Gemeente en corporaties moeten nu zo moedig zijn het systeem lichter maken. We moeten wegraken van verworven rechten”, aldus Ouwehand.
Voor De Vries is het nog maar de vraag of de samenleving afscheid wil nemen van het oude. “Rond wachtlijsten bestaan tal van sentimenten. Daarin schuilt in de beleving van veel woningzoekenden een zekere rechtvaardigheid. Om voldoende draagvlak te vinden, zal het nieuwe stelsel dus duidelijk beter moeten zijn.”
Alternatieven
Welke kant kunnen gemeente en corporaties op? Ouwehand ziet meerdere opties. “Het gebruik van verschillende toewijzingsmodellen voor verschillende groepen, loting naast inschrijfduur en andere optiemodellen, leidt denk ik het snelst tot een goede oplossing, maar bewijzen kan ik dat niet. Eén allesomvattend model lijkt me heel ingewikkeld.”
De Vries wil zich niet heel specifiek uitlaten over het toekomstige model. Tijdens een verkiezingsbijeenkomst van de Federatie is de komst van een puntenstelsel met urgentiecriteria geopperd. ”Eenvoud heeft zijn charme, maar als je mensen beter wilt bedienen, dan zullen we met meerdere primaire en secundaire selectiekenmerken rekening moeten houden. Het ene gaat over hoe hard iemand een woning nodig heeft op een bepaalde plek. Het andere gaat over selectie tussen groepen. Wat er precies bijkomt of afgaat en hoe zwaar bepaalde zaken wegen, dat is onderdeel van het onderzoek. Maar ik kan mij voorstellen dat buurtbinding een criterium wordt. Ook moeten we ons open willen stellen voor nieuwe elementen. Wellicht moeten we bijvoorbeeld mantelzorg gaan meewegen.”
Toewijzing aan specifieke beroepsgroepen, zoals het bekende rijtje agenten, leraren en verpleegkundigen, krijgt niet onmiddellijk zijn steun. Ook de invoering van nieuwe labels acht hij minder gewenst. Er zijn al labels voor jongeren, studenten, senioren, mensen met een beperking en voor grote woningen.
Volledige marktplaats?
Eef Meijerman, directeur van !WOON, slaat liever een andere weg in. Hij is voorstander van een volwaardige marktplaats. “Zorg voor een aantrekkelijke en volledige woningpresentatie - corporaties kunnen daar nog heel wat aan verbeteren - en laat mensen vervolgens een bod uitbrengen. Mensen mogen daarbij zelf uitmaken welk deel van hun inschrijfduur ze willen inzetten. Stel iemand heeft veertien jaar inschrijfduur en is met een bod van elf jaar de hoogst biedende, dan krijgt hij die woning. Het restant mag de inschrijver vervolgens houden om voor de toekomst nieuwe inschrijfduur op te bouwen.”
Een dergelijke aanpak moet naar de mening van Meijerman wel worden gekoppeld aan verplichte woningafname. Ook zou hij graag meer woningen bij het systeem betrekken. “Nu wordt maar een klein deel van de vrijkomende woningen via WoningNet aangeboden. Ik zou ook graag dat deel dat nu wordt gereserveerd voor aparte doelgroepen, in het stelsel onderbrengen.” Om bijvoorbeeld statushouders een reële kans te bieden, zou aan hen een fictieve inschrijfduur kunnen worden toegekend.
Ouwehand heeft zijn bedenkingen: “We hebben het over de huisvesting van vaak kwetsbare mensen. We weten uit onderzoek dat het voor hen lastig is zo’n verdeelsysteem te doorgronden. Het gevaar bestaat dat zij daardoor tussen wal en schip vallen.” Wel kan hij zich vinden in het idee om strenger te zijn en inschrijvers bijvoorbeeld te verplichten de woning af te nemen.
Nieuw model in 2020?
Gemeente en corporatie zijn ambitieus. Nog dit jaar moet er een model op tafel komen dat kan rekenen op voldoende steun. En dan moeten de veertien overige gemeenten uit de WoningNetregio Amsterdam ook nog instemmen. De Vries: “Overal speelt het probleem. Het is daarom belangrijk tot een gezamenlijke, breed gedragen oplossing te komen.” En die moet dan vervolgens nog worden geïmplementeerd. Dan is het snel 2020.