Overslaan en naar de inhoud gaan

AFWC: te veel regels voor corporatiesector

AFWC:  te veel regels voor corporatiesector

Aanpassing van het stelsel van woningcorporaties valt niet in goede aarde bij de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. “Minister Van der Laan komt op basis van incidenten met allemaal extra regels. Die regels kunnen excessen echt niet voorkomen. Daarvoor zijn ze te algemeen en veel te grof ,” aldus AFWC-directeur Hans van Harten.

 De brief van de minister aan de Kamer is volgens Van Harten niet helemaal verkeerd, maar gaat voorbij aan het gegeven dat corporaties zelf moeten werken aan herstel van vertrouwen. “Wij mogen de incidenten niet negeren en zullen voorzichtiger moeten zijn bij het inschatten van risico’s. Natuurlijk moet de kwaliteit van het intern toezicht omhoog, maar dat is vooral een zaak van verdere bewustwording. Het uitvaardigen van allerlei algemene regels zal de sector eerder tegenwerken dan helpen om tot goede prestaties te komen.”
De minister lanceert volgens hem tal van onhandige regels. Zo mogen corporaties bij commerciële activiteiten nog maar tot 1/3 deel kapitaal inleggen. Dat is het antwoord van de Rijksoverheid op het debacle met de ss Rotterdam, maar daar zullen volgens Van Harten allerlei uitstekende projecten het slachtoffer van worden. Ook is hij ontstemd over de fusiebeperkingen. “Na een fusie moet een wachttijd van vijf jaar in acht worden genomen. Eigen Haard heeft de kleine woningstichting in Ouder-Amstel overgenomen. Daarna zouden nieuwe overnames jarenlang onmogelijk zijn. Waar slaat dat op?” Verder heeft Van Harten kritiek op de extra eisen aan commissarissen. “De wens is begrijpelijk, maar corporaties verschillen onderling sterk. Het is veel belangrijker dat commissarissen hun taak serieus uitoefenen.”
Zorgen heeft Van Harten over de toekomstige verhouding met de gemeente. “Corporaties moeten voortaan in redelijkheid een bijdrage leveren aan de uitvoering van het lokale beleid. Het lijkt erop dat corporaties meer uitvoeringsorganisaties van de gemeente moeten worden. Dat is geen goede ontwikkeling.”
Tenslotte maakt hij bezwaar tegen het voorstel tachtig procent van de sociale huurwoningen toe te wijzen aan de primaire doelgroep. De rest is voor urgenten. “Als we dat doen, dan gaan onze aanbiedingsafspraken onderuit. De groep tot de ‘ziekenfondsgrens’ maakt dan geen kans meer op een sociale huurwoning. Toewijzing aan alleen de laagste inkomensgroepen versterkt ook nog eens de segregatie. Bovendien zal bij een dergelijk percentage de stedelijke vernieuwing op een onaanvaardbare manier vertragen. Alleen al een kwart van de beschikbare woningen gaat naar stadsvernieuwingsurgenten.” [BP]

 

Trefwoorden