Drie eigenaren van woningen waar drie jaar geleden sprake was van vakantieverhuur hoeven aanmerkelijk minder boete te betalen. De Raad van State heeft het boetebedrag verlaagd van drie keer 24.000 euro naar een gezamenlijk bedrag van slechts 24.000 euro.
De drie inwoners van Amsterdam hebben een aantal woningen in bezit die zij verhuren als pensioenbelegging. In de zomer van 2017 kwamen toezichthouders van de gemeente erachter dat de woningen aan toeristen werden verhuurd. Het verhuren van de woning is een verboden onttrekking van de woning aan de woningmarkt, vindt het gemeentebestuur. Daarom kregen de eigenaren elk afzonderlijk een boete van 24.000 euro opgelegd.
De eigenaren kwamen eerder tegen de boetes in beroep bij de rechtbank Amsterdam. Volgens hen zijn de boetes veel te hoog. Zij vinden het niet eerlijk dat aan elk van hun afzonderlijk een boete werd opgelegd, terwijl zij samen eigenaar zijn van de woningen. Als de woningen maar één eigenaar zouden hebben gehad, zou de boete 24.000 euro in totaal zijn geweest.
De rechtbank Amsterdam liet de besluiten vorig jaar maart in stand, maar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt anders. Het Amsterdamse college heeft volgens de Raad van State het verschil in beboeting niet kunnen motiveren. De boete zal daarom worden gematigd tot 8000 euro per overtreder. Alle drie treft in dezelfde mate het verwijt dat zij als eigenaar niet aan hun zorgplicht hebben voldaan. Om aan de betaling van de boete te kunnen voldoen, hebben de eigenaren eerder een van de panden verkocht.