Een half miljoen huurders woont te duur. Dat is de meest opvallende uitkomst van het tweejaarlijkse onderzoek WoonOnderzoek Nederland (WoON2015). De woonlasten voor huurders zijn gestegen en voor kopers gedaald. Het WoON wordt eens in de drie jaar uitgevoerd door het ministerie van BZK in samenwerking met het CBS. Het WoON2015 schetst een beeld van de huisvestingssituatie van huishoudens, woningvoorraadkenmerken, de woonwensen van bewoners, de tevredenheid van huishoudens met hun woning en woonomgeving, de woonuitgaven in huur- en koopsector en verhuisprocessen op de woningmarkt. In het kader van het WoON2015 zijn circa 63.000 enquêtes onder personen van 18 jaar en ouder uitgevoerd.
De netto woonquote voor kopers is gedaald van 30,1 procent in 2012 naar 27,2 in 2015. In dezelfde periode steeg de netto woonquote voor huurders van 33,9 naar 36,0 procent. De woonlasten van huurders stegen terwijl hun huishoudinkomen daalde. Belangrijkste oorzaak van de stijgende woonlasten zijn de huurstijgingen.
Er wonen minder huurders scheef sinds het vorige WoON-onderzoek. De goedkope scheefheid nam ten opzichte van 2012 af met 166.000 huurders tot bijna 530.000 per 2015. Anderzijds nam de dure scheefheid - huishoudens die te duur wonen gelet op hun inkomen - sinds 2012 flink toe met 161.000 tot 528.000 huurders per 2015. Deze ontwikkelingen hangen samen met dalende inkomens, huurharmonisatie en huurstijgingen, verscherpte woningtoewijzing en een verdere concentratie van huishoudens met een laag inkomen in de huursector.
Andere uitkomsten van het onderzoek zijn dat er in de periode 2013-14 minder werd verhuisd dan in de twee jaar daarvoor. Dat verklaart wellicht voor een deel waarom veel meer huishoudens (+33%) aangaven dat ze binnen twee jaar (misschien) willen verhuizen.
Ten opzichte van 2012 is de vraag naar koopwoningen toegenomen, vooral die van starters naar goedkope woningen (< €180.000). Er is ook meer vraag naar vrije sectorhuurwoningen: van 5 procent van alle verhuisgeneigde huishoudens in 2009 naar 12 procent in 2015. Omgekeerd nam de vraag naar gereguleerde huurwoningen tot de aftoppingsgrens in die periode met 7 procent af naar 20 procent van alle verhuisgeneigden.
De omvang van de vrije huursector is in zes jaar verdubbeld van 8 naar 16 procent van de huursector. Dit komt vooral door nieuwbouw en huurverhoging waardoor de huur boven de liberalisatiegrens uitkomt.
WoON2015 is gratis te downloaden op de site van de Rijksoverheid