Van wie is de publieke ruimte? Behoort het beslissingsrecht daarover exclusief toe aan de overheid? Nee, denken sommigen. Dat zijn burgers die het heft in eigen hand nemen en zelf initiatieven starten, meestal gericht op sociale samenhang. In dit boek staan de nodige voorbeelden.
Denk aan buurtmoestuinen, alternatieve horeca of kunstzinnige experimenten. Vaak zijn het leden van de ‘creatieve klasse’ die dergelijke kleinschalige projecten starten. Eigenlijk kennen we dat al uit de hoogtijdagen van de krakersscene. Maar in een periode waarin de overheid zich terugtrekt ontstaat natuurlijk meer ruimte voor toe-eigening door buurtbewoners, activisten en kunstenaars.
Auteur Mariska van den Berg stelt de juiste vragen bij deze golf initiatieven. Is het een nieuwe vorm van stedelijke ontwikkeling van onderop? Of vooral een uitdrukking van een gewijzigde verhouding tussen participerende burger en overheid? Hoe zit het met de democratische legitimatie? Moeten grond- en vastgoedeigenaren blij zijn met deze ondernemende… partners?
Van den Berg maakt er geen geheim van dat ze sympathiseert met deze – in de goede betekenis van het woord – anarchistische zelforganisaties. Ze pleit er voor deze participatieproeftuinen serieus te nemen. Dat betekent meteen dat je nadenkt over de langere termijn. Zijn bijvoorbeeld institutionalisering en subsidiëring van deze door haar als ‘samen-redzaamheid’ omschreven gemeenschappen onvermijdelijk?
Een interessant boekje dat een betere opmaak had verdiend.
Stedelingen veranderen de stad, over nieuwe collectieven, publiek domein en transitie, Mariska van den Berg, Uitgeverij Trancity*Valiz Amsterdam, pocketboek, 196 pagina’s, ISBN 9789078088820, €15