In dit Engelstalig boek willen de vele auteurs en initiatiefnemers van projecten duidelijk maken dat lokale voedselproductie meer betekenis heeft dan een leuke hobby: stadslandbouw kan - in zijn vele vormen - bijdragen aan minder vervoerskilometers, verser en beter voedsel en - niet onbelangrijk - meer betrokkenheid van burgers bij hun buurt en stad.
Geen bescheiden inzet. Maar Farming the City bevat overtuigende teksten en inspirerende voorbeelden. Overheid en burgers zullen zelf met initiatieven moeten komen. Want dat ‘de markt’ wel met duurzame oplossingen komt, daar geloven de stadsboeren niet in.
Zo verbindt een groente-abonnement burgers met boeren en kunnen kippen eieren, mest en vlees bieden in ruil voor keukenafval. Niet in grote hallen, maar in je eigen tuin. In lege kantoorpanden kan je met aquaponics aan de gang en op daken is een leuke bedrijfskantine met tuin te creëren. Waarom heeft niet iedere school een leerzame moestuin? En gemeentes kunnen openbaar groen om laten toveren in eetbaar groen.
Farming the City maakt duidelijk dat het niet om een achterhoedegevecht gaat. Zou je al die initiatieven aan elkaar koppelen, dan kunnen regionale en stedelijke netwerken ontstaan die economisch floreren. Daar komt bij dat wereldwijd opgedane ervaring uitwijst dat asociaal gedrag en criminaliteit afnemen in buurten waar dit soort projecten gemeenschappelijk worden uitgevoerd. Je kunt een muur volspuiten met lelijke teksten, maar je kunt er ook groenten en fruit tegenaan laten groeien.
Buurtvoedselketens helpen leegtes op te vullen, ruimtelijk en sociaal. Dat is de vrolijke boodschap van Farming the City.
Farming the City, Food as a Tool for Today’s Urbanisation, diverse auteurs, CITIES/trancity*valiz Amsterdam, paperback, 232 pagina’s, ISBN 9789078088639, €27,50