“Het gaat om diversiteit, toegankelijkheid, het tegengaan van uitsluiting, zelfbeschikkingsrecht. De stad is er voor iedereen, en iedereen heeft er dan ook recht op om die stad te maken.” Hoeveel seconden heb je nodig om de geestelijke vader van deze zinnen te bedenken? Inderdaad, Adri Duivesteijn, die in 2008 de tweejaarlijkse Rotterdam-Maaskantprijs ontving. Een oeuvreprijs die wordt toegekend aan denkers en doeners die de culturele betekenis van architectuur, stedenbouw of landschapsarchitectuur versterken.
Duivesteijn is natuurlijk zowel denker als doener. Begonnen als leerling-kok in het Scheveningse Kurhaus, later wethouder, directeur van het Nederlands Architectuurinstituut, kamerlid en tegenwoordig opnieuw als wethouder actief, in een groeistad. Om over de vele nevenfuncties en publicaties maar te zwijgen. In dit bij de prijs horende boek, met het volledige juryrapport, komen ze natuurlijk langs: de Almere Principes, of ‘organische stedenbouw’ (In bestuurdersjargon: ‘Mensen maken de stad’).
Architectuurhistoricus Ed Taverne schreef aansluitend een geestige beschouwing over de cultuur van het bouwen en wonen in Nederland en gaat daarin vanzelfsprekend niet voorbij aan de grote invloed van de PvdA daarop. De Haagse Schilderswijk komt, als Duivesteijn aan de orde is, natuurlijk regelmatig voorbij. Opvallend is de constante lijn die in diens ‘oeuvre’ valt aan te wijzen. Zo nam Duivesteijn in 1997 afscheid van het Architectuurinstituut met een expositie over zelf bouwen in steden als Bangkok, Lima of Yogyakarta. Tien jaar later maakt hij particulier opdrachtgeverschap op grote schaal mogelijk, letterlijk in de polder. De eindgebruikers zouden, volgens de Almere Principes, ook de opdrachtgevers moeten zijn.
Bij de gratie van het conflict; bouwen, wonen en sturen in het tijdperk van de stuifzandsamenleving, Ed Taverne, Uitgave SUN Trancity, Amsterdam, Hardcover met dvd, 120 pagina’s, ISBN 978-90-8506-651-4, 19,50 euro