De hoeveelheid groen in de stad staat onder druk. Fijn dan ook het in deze publicatie eens over niets anders gaat. Namelijk over arboreta, bijzondere bomentuinen. De nieuwste is ongetwijfeld die op het voormalige Floriadeterrein in Almere. Van oudsher zijn het wetenschappelijke schatkamers voor botanisch of bosbouwkundig onderzoek en onderwijs. Tegenwoordig zijn het vooral plekken waar je wat rust kunt vinden, zoals de Tolhuistuin in Amsterdam (aangelegd door de Shell).
Deze gids brengt naar eigen zeggen bijna alle bomentuinen en interessante deelcollecties in parken en landgoederen van Nederland en Vlaanderen in kaart. Nederland en Vlaanderen kennen vele soorten arboreta. Sommige zijn perfect onderhouden, andere leiden een meer verscholen bestaan. Het beheer van de universiteiten is in veel gevallen overgenomen door lokale stichtingen die met behulp van veel vrijwilligers en enkele deskundigen (dendrologen) de collectie overeind houden.
De gids van bijna 400 pagina’s bevat uitgebreide beschrijvingen van landschapsarchitect René Siemens, praktische gegevens, achtergronden en veel foto’s en illustratiemateriaal. In een inleidende essay bespreekt bioloog Gert van Maanen de wetenschappelijke en cultuurhistorische betekenis van arboreta vroeger en nu. Kunsthistorica Martine Bakker duikt in de erfenis van Nederlands beroemde tuinarchitect Leonard Springer, die meerdere arboreta ontwierp. Gelukkig ontbreekt een adressenlijst van arboreta, parken en tuinen niet.
Gids voor Nederlandse en Vlaamse arboreta. Teksten Gert van Maanen, René Siemens, Martine Bakker. Redactie en selectie: Harry Harsema, Wilbert Hetterscheid, Koen Verhoeff. Paperback met wikkelomslag en overzichtskaart, 16,5x24 cm, Uitgeverij Blauwdruk €34,50. ISBN 978-90-75271-522