Vanaf 3 mei 2021 kunnen gemeenten zich aanmelden voor een eenmalige bijdrage uit het Volkshuisvestingsfonds. Het geld is bedoeld voor de 'verbetering van woonkwaliteit en leefbaarheid in kwetsbare gebieden'. In totaal is 450 miljoen euro beschikbaar. Haast is wel geboden, want het loket sluit al weer op 19 mei om 17:00 uur. Begin juli maakt minister Ollongren bekend welke gemeenten in de prijzen vallen.
Het Volkshuisvestingsfonds is één van de twee extra subsidiepotten die minister Ollongren bij elkaar heeft weten te praten in het kabinet. De ander is de Woningbouwimpuls, een fonds van 1 miljard euro gericht op nieuwbouwprojecten. In beide gevallen gaat het om incidenteel geld, maar het is aannemelijk gezien de verkiezingsprogramma's dat een nieuw kabinet besluit tot meer structurele steun. Het laatste kabinet Rutte had 'volkshuisvesting' als begrotingspost min of meer opgeheven.
Het Volkshuisvestingsfonds richt zich grotendeels op vergelijkbare kwetsbare gebieden of wijken als eerder de fondsen voor Stedelijke Vernieuwing (ISV-gelden) of de Krachtwijken (Vogelaar-gelden). Aanvragen moeten betrekking hebben op programma's met minimaal 200 woningen of een financiële omvang hebben van minimaal 7,5 miljoen euro. Maar kleinere gemeenten kunnen ook in aanmerking komen, mits zij een samenwerkingsverband vormen met andere gemeenten met een vergelijkbare problematiek, zoals gemeenten in grens- en krimpregio’s.
De maximale looptijd van de ingediende projecten is tien jaar. De aanvragende partijen moeten zelf zorgen voor minimaal 30 procent cofinanciering.