Overslaan en naar de inhoud gaan
Hoe kan je bij transformatie het beste aansluiten bij wat er al is?
De ziel van de buurt

Tijdens een bijeenkomst met als thema ‘de ziel van de buurt’ gingen ontwikkelaars en stadsonderzoekers met elkaar in gesprek over de vraag wat het DNA van een buurt is, hoe daar vat op te krijgen én hoe daar vervolgens rekening mee te houden bij gebiedstransformatie. Een onderwerp dat gezien de bouwwoede in de regio Amsterdam zeer actueel is.

 

“Praten ze in Nederland in die termen over buurten?” Dat had een Amerikaanse vriendin van Wouter Pocornie, stadsonderzoeker en architect, zich onlangs vol verbazing en hardop afgevraagd. Pocornie noemde dit tijdens een programma met als thema ‘de ziel van de buurt’ in Pakhuis de Zwijger in een bijzinnetje. Maar het was een opmerking die meer aandacht had verdiend. Want bestaat er zoiets als een ziel of het DNA van een buurt? Alsof iedere buurt een essentie kent die ‘gevonden’ moet worden of waaraan iedere verandering schatplichtig is.

De hele stad is in het vizier om woningen bij te bouwen. 

Op de opmerking werd tijdens de bijeenkomst niet echt ingegaan. Maar wel op een belangrijke afgeleide daarvan. Namelijk dat bewoners die grote veranderingen in hun leefomgeving op zich af zien komen wél in dergelijke termen spreken, zegt Imke Veltmeijer, gebiedsontwikkelaar bij woningstichting Eigen Haard: “Er wordt heel veel gebouwd en vernieuwd in Amsterdam en ook in andere steden in de regio. Wij krijgen vaak te horen dat ‘het verandert’, dat ‘het niet meer zoals vroeger is’ of dat ‘wij ons in deze plannen niet herkennen’.” Het is volgens Veltmeijer een kwestie die op veel plekken speelt.

Bouwwoede

Grote boosdoener van dit gevoelen bij menig bewoner is de grote bouwwoede in de stad. Steeds minder plekken kunnen in de luwte blijven, de hele stad is in het vizier om woningen bij te bouwen. Woningen waar grote behoefte aan bestaat maar waar de zittende bewoners niet altijd op zitten te wachten. In de meeste gevallen niet zozeer omdat die bewoners anderen geen woning gunnen maar omdat het ineens veel drukker wordt, er hoge gebouwen aan het eind van de straat verrijzen, er minder parkeerplaatsen beschikbaar komen, de prijzen stijgen en hippe jonge stedelingen met bakfietsen de sfeer in de buurt gaan bepalen. Weg ziel van de oude buurt.

Holistische blik

In de ogen van bewoners bestaat er derhalve vaak wel iets van wat de ziel van hun buurt genoemd kan worden, ook al is dat misschien niet altijd heel concreet onder woorden te brengen. Pocornie probeert daar in zijn onderzoek – onder meer in Amsterdam Zuidoost – een beeld van te vormen. Dat doet hij met een holistische blik. Door met bewoners te spreken, door de stedenbouwkundige en sociale geschiedenis en soms zelfs de politieke cultuur van een buurt te onderzoeken. En door relaties daartussen te duiden. Volgens Pocornie biedt een dergelijk ‘meervoudig perspectief’ – tijdens de bijeenkomst laat hij een ingewikkeld schema zien – inzicht in de buurt. En daarmee zou het inzicht geven in hoe buurtbewoners tegen veranderingen aankijken.

Samen DNA bepalen

Het belang van een dergelijk meervoudig perspectief wordt, ondanks kleine verschillen in aanpak en focus, eigenlijk door alle aanwezigen onderschreven. Zo geeft placemaker Anneke Jongerius van gebiedsontwikkelaar AM aan dat zij in een buurt waar AM wil gaan ontwikkelen relaties aangaat met lokale stadmakers om op een gerichte manier onderzoek in de buurt te doen. Samen met alle betrokken stakeholders wordt vervolgens een aantal essenties – die samen het DNA van de buurt vormen – vastgesteld en vastgelegd. Dat is volgens Jongerius tijdens het herontwikkelingstraject de basis waar alle partijen zich aan committeren.

Veltmeijer herkent zich hierin, ook al is het verschil met woningcorporaties dat deze vaak al langdurige relaties in en met een buurt hebben. Volgens Veltmeijer kan dat ook reden zijn om juist niet te snel een communicatietraject met bewoners te starten. “Bijvoorbeeld als er al eens een plan niet is doorgegaan kan het beter zijn om eerst met een concreet plan te komen en niet te vroeg bewoners te vragen mee te denken.”

Langdurige relaties

Daarmee is zeker niet gezegd dat Veltmeijer participatie van bewoners niet belangrijk vindt. Integendeel, ze noemt het programma De Ongedeelde Wijk waarin wordt geprobeerd om bewoners van de bestaande Vogelwijk in Amsterdam-Noord ook te laten profiteren van de ontwikkeling in het aanpalende Hamerkwartier dat een enorme transformatie te wachten staat. In beide buurten heeft Eigen Haard bezit.

"Jongeren weten vaak wat er speelt in de omgeving"

Architect en onderzoeker Arna Mačkić noemt ook het belang van het aangaan van langdurige relaties tussen professionals en bewoners. “Mensen willen best mee met verandering, maar wel op een manier die bij hen past.” Daarbij wijst zij ook op groepen die niet altijd vooraan staan maar wel een goed beeld geven van hetgeen speelt in hun omgeving en zo inzicht geven in de ziel van een buurt. Ze doelt daarmee vooral op de open en onbevangen houding van jongeren.

Gelaagd, dynamisch, complex

Stadssocioloog Ivan Nio doet al jaren onderzoek naar de identiteit van buurten. Het gaat er volgens hem om achter de cijfers – kwantitatieve gegevens – te kijken. Nio gaat als een antropoloog te werk: hij voert gesprekken met bewoners en ondernemers, laat hen mental maps maken van de manier waarop zij hun buurt gebruiken, welke plekken ze mijden of juist waarderen. Op deze manier verzamelt hij verhalen van bewoners en ondernemers over hun buurt. Volgens Nio is de identiteit van een buurt niet eenvoudig in één essentie te vangen: “Mensen vertellen verschillende verhalen over dezelfde buurt. Identiteit is gelaagd, dynamisch en complex.”

"Waardering voor dorps karakter en groen is niet zomaar te verenigen met de gewenste bouwopgave"  

Nio doet momenteel onderzoek naar de Couperusbuurt in Nieuw-West, een vernieuwingsbuurt waar een forse sloop/nieuwbouwopgave ligt. “Bewoners waarderen daar het kleinschalige dorpse karakter en het groen.” Het is dan wel de vraag hoe om te gaan met die waardering voor kleinschaligheid door bewoners in relatie tot de grote bouwopgave die gemeente en vastgoedeigenaren zich gesteld hebben. Voor Jongerius is het daarbij van belang om te kijken welke behoeften en wensen nog meer spelen en waar de waardering voor groen en een dorps karakter precies op gebaseerd zijn. “In delen van Nieuw-West is veel kijkgroen, terwijl we weten dat daar ook veel eenzaamheid bestaat.” Het gaat er volgens haar om de gewaardeerde kwaliteiten en nieuwe kansen met elkaar te verbinden.

 

Joost Zonneveld
Trefwoord