‘Gezellige mensen, met eigen initiatief, die de handen uit de mouwen willen steken.’ Zo luidt de wervingstekst voor nieuwe bewoners van Woonkollektief Purmerend. De ongeveer 150 bewoners hebben ieder een zelfstandige woning, maar delen de tuin en naar behoefte de gemeenschappelijke keukens. Woningcorporatie Intermaris is mede-eigenaar van de 71 woningen.
Sinds 1977 is een groot aantal gemeenschappelijk woonprojecten opgezet in diverse vormen. Woonkollektief Purmerend (WKP) valt onder de noemer Centraal Wonen. In deze vorm kiezen bewoners er bewust voor om gemeenschappelijke voorzieningen en ruimten met elkaar te delen, terwijl de huishoudens wel in een zelfstandige woning wonen. De woongemeenschap in Purmerend bestaat uit 71 zelfstandige woningen. Het wooncomplex is in tien clusters verdeeld (woongroepen). Iedere woongroep heeft een eigen gemeenschappelijke ruimte met keuken. Het hoefijzervormige woningcomplex is rond een gemeenschappelijke tuin gebouwd. Er zijn verschillende woningtypes: 21 dakwoningen voor eenpersoonshuishoudens, twintig 3,5- en net zoveel 4,5-kamerwoningen voor gezinnen en tien tweekamer-tussenwoningen voor met name jongeren. Ongeveer tweederde van de woningen is bezit van woningcorporatie Intermaris. De woongemeenschap is zelf eigenaar van 28 woningen. Alle woningen worden verhuurd in de sociale sector. WKP is net als veel andere wooncollectieven lid van de Landelijke Vereniging voor Centraal Wonen. |
Het bontgekleurde wooncomplex van Woonkollektief Purmerend (WKP) staat in de wijk de Gors in Purmerend. De opvallende bebouwing werd in de jaren tachtig in opdracht van het Gemeentelijk Woningbedrijf Purmerend (tegenwoordig Intermaris) ontworpen door de antroposofische architect Jan Verhoeven. Het idee om hier een woongemeenschap te ontwikkelen kwam van een aantal plaatselijke PvdA-politici. Sinds die tijd woont hier een wisselend gezelschap van 150 mensen samen, maar wel per huishouden onder een eigen dak.
Bijna iedere maand houdt Woonkollektief Purmerend een voorlichtingsdag voor aspirant-bewoners. Zo ook afgelopen juni. Bewoonster Inge Goossens legt uit hoe de woongemeenschap werkt en wat er van toekomstige bewoners wordt verwacht. Een van de aanwezigen wordt steeds onrustiger wanneer Goossens vertelt dat van iedere bewoner deelname wordt verwacht aan een van de werkgroepen die zich bezighouden met beheer, secretariaat, onderhoud van de tuin, werving en publiciteit. Wanneer Goossens rept van extra kosten van 20 euro per maand als bijdrage aan de vereniging wordt het de jongeman te veel. “We gaan”, zegt hij resoluut tegen zijn vriendin.
Een andere aanwezige staat heel wat positiever tegenover het groepswonen. “Ik heb jaren in een kleine gemeenschap gewoond in Weidevenne. Dat was een heel hechte groep. Zoiets zoek ik weer. Een plaats waar je je thuis kunt voelen, samen met anderen.”
Zij zal echter, net als iedereen die zich inschrijft, geduld moeten hebben tot een van de 71 woningen vrijkomt. En dan nog is het niet vanzelfsprekend dat zij een plek krijgt in een van de tien woongroepen die WKP telt. Zodra een woning vrijkomt wordt aan de hand van de ingevulde vragenlijsten gekeken wie voor dat type woning in aanmerking komt. Vervolgens moet de beoogde kandidaat een soort sollicitatiebrief schrijven en vindt een financiële controle plaats. Via een ballotage wordt uiteindelijk de beste kandidaat gekozen door de leden van de woongroep. Gestreefd wordt naar een mix van bewoners qua leeftijd en gezinssamenstelling in elke woongroep.
Het verloop is overigens klein. Wel vindt er af en toe binnen WKP woningruil plaats. Bijvoorbeeld wanneer bij het ene gezin de kinderen het huis uitgaan en bij een ander een kind wordt geboren. Iedere huurder heeft een opzegtermijn van een half jaar om de andere bewoners de tijd te geven een geschikte plaatsvervanger te vinden.
Samen eten en drinken
Elke woongroep heeft een eigen gemeenschapsruimte met keuken. Er zijn roosters voor koken en schoonmaken, klusjes en werken in de gemeenschappelijke tuin. Hoe vaak er gezamenlijk wordt gegeten, verschilt per woongroep. In de ene groep is dat een keer per maand, in de andere een keer per week.
Van dwang is geen sprake, maar het gebeurt volgens Goossens zelden dat iemand zich volledig aan het ‘groepsgebeuren’ onttrekt. “Iedereen die hier woont, kiest bewust voor deze manier van leven. Ik vind het een verrijking om op deze manier samen te wonen. Het wij wordt belangrijker dan het ik. Dat geldt voor iedereen hier in meer of mindere mate”, legt Goossens uit.
Er zijn verschillende activiteiten zoals een wandel- en leesclub of een yoga- en filmclub. Wanneer de ene club ophoudt te bestaan wordt er volgens Goossens altijd wel weer een nieuwe bezigheid gevonden. Er zijn kroegavonden en in de zomer wordt regelmatig spontaan in de tuin een feestje georganiseerd. In de beginjaren waren er nog een crèche en wasserette, maar vanwege de hoge kosten zijn die voorzieningen opgeheven.
Bewoonster van het eerste uur is Riek Kars (80). Tijdens de voorlichtingsdagen stelt zij meestal haar dakwoning open voor de bezoekers. De 21 dakwoningen zijn voor alleenstaanden en hebben een terras met fraai uitzicht over de binnentuin. Riek woont al 26 jaar met veel plezier in WKP. “Ik kwam hier wonen nadat ik gescheiden was en mijn dochters het huis uitgingen. Een vriend van mij woonde hier ook en ik liep al jaren rond met het idee om in een commune te gaan wonen. Nou was dit natuurlijk geen echte commune, maar het idealisme was heel sterk en er golden in die beginjaren strenge regels. Er werd bijvoorbeeld echt van je verwacht dat je twee keer per week samen at.”
Riek noemt de manier waarop de mensen in WKP met elkaar samenleven ideaal. “We zijn een afspiegeling van de samenleving. Jong en oud woont door elkaar en er is op een gezonde manier sprake van sociale controle. Wanneer iemand ziek is, doen we boodschappen voor elkaar. En we hebben in deze woongroep een traplift gekregen voor de oudere bewoners; mijn buurman Toon Capel is 87 en de oudste bewoner van WKP, de jongste in onze woongroep is nog maar een paar maanden oud.”
Maar is er dan geen enkel minpuntje? Riek: “Er zijn naar mijn smaak iets te vaak feestjes met harde muziek, maar ach, je wilt geen spelbreker zijn, dus dat neem ik maar op de koop toe. Het leuke is dat er steeds weer een nieuwe generatie komt die het voortouw neemt in het organiseren van activiteiten. Ik zou er niet aan moeten denken om in een woongroep voor ouderen te wonen.”
Weinig omkijken naar
Voor woningcorporatie Intermaris lijkt de samenwerking met WKP ook ideaal. Samen met de bewonersstichting (Stichting 28) zijn zij eigenaar van de 71 woningen in het complex. De stichting doet het dagelijks onderhoud aan alle woningen. De kosten worden deels bij de woningcorporatie gedeclareerd. Volgens woordvoerster Eugenie Buur zijn die kosten vrij laag omdat de bewoners veel zelf doen.
Groot onderhoud neemt Intermaris voor haar rekening. De kosten hiervoor worden weer verrekend met Stichting 28.
Buur: “Voor ons is dit een unieke situatie. We hebben drie of vier keer per jaar overleg met iemand van de werkgroep Beheer van WKP en de communicatie verloopt prima. Het verschil is natuurlijk dat we op deze manier niet met individuele huurders te maken hebben. En bij mutatie zorgt het collectief zelf voor een nieuwe huurder. Kortom, we hebben er weinig omkijken naar. Problemen worden meestal binnen het collectief opgelost.”