In de regio Amsterdam zijn vele vrijwilligers actief voor bemiddelingsorganisatie Beterburen. Dat hun aanpak wordt gewaardeerd, blijkt uit het feit dat het voortbestaan van de organisatie voor de komende jaren weer financieel veilig is gesteld. Onlangs werd het convenant tussen Amsterdamse woningcorporaties, politie en Amsterdam met drie jaar verlengd. Ook andere regiogemeenten dragen bij.
De leefbaarheidsscores van alle zwakke Amsterdamse wijken zijn sterk verbeterd. De afgelopen twee decennia is er via stedelijke vernieuwing en wijkaanpak veel geld naar deze wijken gestroomd. Inmiddels zijn de overheidsinvesteringen sterk teruggebracht en mogen corporaties nog maar beperkt investeren in leefbaarheidsinitiatieven. Welke leefbaarheidsprogramma's zijn er nog? NUL20 trekt de wijken in. Vierde aflevering: buurtbemiddeling. |
In de regio Amsterdam zijn vele vrijwilligers actief voor bemiddelingsorganisatie Beterburen. Dat hun aanpak wordt gewaardeerd, blijkt uit het feit dat het voortbestaan van de organisatie voor de komende jaren weer financieel veilig is gesteld. Onlangs werd het convenant tussen Amsterdamse woningcorporaties, politie en Amsterdam met drie jaar verlengd. Ook andere regiogemeenten dragen bij. | Janna van Veen
Geluidsoverlast staat met stip op nummer een van ergernissen tussen buren. In de stad zijn vooral stampende voeten, harde muziek en schreeuwende kinderen de aanleiding voor hoogoplopende conflicten tussen buren. In gemeenten met veel eengezinswoningen komt de overlast vooral over de schutting heen: een barbecue waarvan de rook precies de slaapkamer van de buren inkomt, spelende kinderen in de tuin, poepende buurtkatten en overhangende takken.
Het is maar een greep uit de vele klachten, die bemiddelaar Daniël Ring opsomt.
Hij werkt zowel in Aalsmeer als in de Amsterdamse stadsdelen Noord en Oost. Hij ziet ook een verschil in mentaliteit. “In kleinere gemeenten kennen veel mensen elkaar en wordt er veel geroddeld. Wanneer er een conflict tussen buren ontstaat, gaat vaak iedereen zich ermee bemoeien. Voor je het weet heeft de hele straat bonje met elkaar. Het is erg belangrijk om snel in te grijpen voordat iets kleins uiteindelijk heel groot wordt en de boel escaleert. ”
In de grote stad zijn de bewoners wat realistischer en daardoor ook vaak toleranter, denkt Ring. “Mensen kiezen er bewust voor om in de stad te wonen en weten dat je rust dan af en toe verstoord kan worden. In een kleinere gemeente verwacht men juist dat het er altijd rustig is. Maar overal waar mensen zijn, is overlast. Maakt op zich niet uit waar je woont en de bemiddeling komt uiteindelijk overal op hetzelfde neer.”
De loopbaan van Ring bij Beterburen begon in 2010, toen hij stage bij de organisatie liep voor zijn opleiding Maatschappelijke Dienstverlening. Daarna is Ring bij Beterburen blijven werken als parttime administratieve kracht en als vrijwillig bemiddelaar. De afgelopen vijf jaar heeft hij de organisatie flink zien groeien. “Niet alleen is ons werkgebied uitgebreid tot de regio, ook het aantal overlastmeldingen is gestegen. Dat heeft deels te maken met meer bekendheid van de organisatie, maar ook met het feit dat er steeds meer mensen zijn met ernstige problemen, zoals een psychiatrische stoornis. Tijdens een intakegesprek moet je daarom snel kunnen inschatten of er tijdens een eventuele bemiddeling gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Wanneer wij vermoeden dat dat het geval is, vragen we de melder contact op te nemen met Meldpunt Zorg en Overlast of de politie.”
Eigenlijk vrij simpel
De woningcorporaties hechten veel waarde aan het bestrijden van burenoverlast. Zij betalen vanaf het eerste uur mee aan Beterburen en zijn medeondertekenaars van het nieuwe convenant. Volgens Catelijn Groot, beleidsadviseur van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC), schuilt de kracht van Beterburen vooral in de vrij simpele benadering. Groot: “Doordat er met vrijwilligers wordt gewerkt, is deze vorm van hulpverlening heel laagdrempelig. Zonder een organisatie als Beterburen worden conflicten al snel opgeschaald en komt de politie er aan te pas terwijl dat negen van de tien keer helemaal niet nodig is.”
En het concept is nog eenvoudiger geworden, vertelt Groot. “Voorheen belden de corporaties bij een overlastmelding met instanties als Beterburen. Maar die extra schakel is er niet meer. Nu wordt aan de melders een telefoonnummer verstrekt. Het aantal zelfmelders is daardoor gestegen. Minpuntje is wel dat mensen die minder zelfredzaam zijn buiten de boot kunnen vallen.”
De Huurdersvereniging Amsterdam (HA) is sinds 2013 medeondertekenaar van het convenant. Groot: “De HA heeft weer andere netwerken en zij zijn een goede bron voor het leveren van vrijwilligers. Bovendien krijg je er nieuwe input bij van een grote groep bewoners. Ieder kwartaal komen de ondertekenaars van het convenant in een stuurgroep bij elkaar om ervaring uit te wisselen. Dat is erg leerzaam.”
Veel kwetsbare groepen
Bente London is sinds acht jaar directeur van Beterburen. De afgelopen jaren heeft de organisatie zich uitgebreid van Amsterdam naar de regio. “In 2004 begonnen we in de Amsterdamse stadsdelen, maar inmiddels hebben we vrijwilligers in de hele regio. Die gemeenten hadden vaak zelf wel buurtbemiddeling, zoals Zaanstad-Wormerland, maar die organisatie heeft zich in 2014 bij ons aangesloten en al eerder – in 2012 – zijn Amstelveen en Uithoorn erbij gekomen. En tegenwoordig kunnen we ook Aalsmeer, Ouder-Amstel en Landsmeer tot ons werkgebied rekenen.”
In het verleden hadden corporaties en politie eigen afdelingen overlast. London: “Maar dat kostte die organisaties heel veel tijd en geld. Voordat zij andere instanties inschakelen, proberen we het eerst met burenbemiddeling. Mocht dat niets uithalen, dan kan de klager worden doorgestuurd naar een ander loket.”
Het is volgens London heel belangrijk om kwetsbare groepen goed in de gaten te houden. “De vrijwilligers worden getraind om goed aan te voelen of er meer aan de hand is wanneer er een klacht binnenkomt. De afgelopen jaren is er een duidelijke toename van het aantal zwaardere gevallen. Dan heb je het over zorgmijders, eenzame ouderen en mensen met uiteenlopende psychiatrische problemen. Mensen weten vaak niet wat er achter de voordeur van een ander gebeurt en dat leidt soms tot onbegrip. Wij kunnen echter niet alles oplossen en moeten goed onze eigen grenzen bewaken.”
Beterburen heeft twee kantoren waar de telefonische meldingen binnenkomen die vervolgens worden doorgegeven aan de vrijwilligers in de buurt waar het conflict zich afspeelt. De bemiddelingsgesprekken vinden voornamelijk in buurthuizen plaats. London: “We doen dat per se niet bij mensen thuis. Er is in elke buurt wel een plek te vinden waar de vrijwilligers met de mensen om de tafel kunnen gaan. De bemiddelaars starten met een intakegesprek aan huis met de melder en vervolgens gaan ze met de overlastgever aan tafel. Als het nodig is, gaan we met beide partijen rond de tafel op neutraal terrein. Meestal weten de vrijwilligers de angel snel uit een conflict te halen.”
Sinds 2004 bemiddelen vrijwilligers van Stichting Bemiddeling Amsterdam bij conflicten tussen buren. In 2009 wijzigde de naam in Beterburen. Deze organisatie is inmiddels niet alleen actief in de stad maar ook in de omliggende gemeenten Zaanstad-Wormerland, Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel, Landsmeer en Uithoorn. De in totaal 270 vrijwilligers worden intern opgeleid en bezoeken intervisiebijeenkomsten. Het aantal meldingen in Amsterdam steeg het eerste halfjaar van 2015 tot in totaal 655. In dezelfde periode van 2014 waren dat er nog 510. In Zaanstad-Wormerland kwamen de eerste zes maanden van 2015 al 184 meldingen binnen, tegen 157 in dezelfde periode het jaar daarvoor. In de andere gemeenten samen werd het eerste halfjaar van 2015 101 maal Beterburen ingeschakeld. In 2014 gebeurde dat 89 keer in dezelfde periode. Beterburen wordt financieel ondersteund door de woningcorporaties, de politie en de diverse gemeenten. |