Vogelbuurt/IJplein heeft door zijn ligging pal boven het IJ de potentie een verlengstuk te worden van het centrum. Maar de werkelijkheid is dat veel bewoners worstelen met armoede en werkloosheid. Sinds 2009 wordt met een intensief programma gepoogd de leefbaarheid te verbeteren. Met de extra vernieuwingsgelden wil het stadsdeel de sociaal-economische positie van de bewoners verbeteren. Maar tot het Amsterdams gemiddelde optrekken? Dat gaat niet lukken.
De tijd van de grootschalige stedelijke vernieuwing is voorbij. Het geld is op. Amsterdam heeft besloten de resterende gemeentelijke vernieuwingsgelden te concentreren in slechts acht gebieden in plaats van 33. Wethouder Freek Ossel in april over de nieuwe aanpak: “Wij nemen met de stadsdelen de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor die gebieden. De middelen worden in één portemonnee gestopt. Nu gaat het ons erom met gebiedsgerichte arrangementen het verschil te maken.” De ‘uitverkoren’ gebieden zijn Slotermeer-Zuidwest en Slotermeer-Noordoost, de Kolenkitbuurt, Bijlmer-Centrum en Holendrecht/Reigersbos en drie gebieden in Noord: IJplein/Vogelbuurt, Nieuwendam-Noord en Volewijck. Deze ‘focusgebieden’ zouden er op basis van de opgestelde criteria het beroerdste voorstaan. NUL20 bezoekt alle focusgebieden, ditmaal Vogelbuurt/IJplein in Noord. |
Pal over het IJ, ten oosten van het Noordhollandsch Kanaal, ligt de IJplein-buurt. Architectuur uit de jaren tachtig naar een plan van Rem Koolhaas. Aan de andere kant van de Meeuwenlaan liggen de straten met vogelnamen en kleine woninkjes uit de jaren twintig. Het hele gebied omvat zo’n 4000 woningen, voornamelijk sociale huur, en ruim 8300 mensen.
Van 2009 tot 2012 hebben stadsdeel en corporaties bijna een miljoen euro geïnvesteerd in projecten om de buurt schoner en veiliger te maken. Bij veel van die projecten worden buurtbewoners betrokken in het kader van ‘Burgerkracht aan de basis’. Zo is er een denktank waar iedere zes weken ideeën worden aandragen voor activiteiten in de buurt. Het stadsdeel faciliteert en financiert, op voorwaarde dat de bewoners zelf de handen uit de mouwen steken.
Er worden bijvoorbeeld regelmatig schoonmaakacties gehouden, waarbij buurtbewoners uitgerust met knijper en vuilniszak door de wijk trekken. Inmiddels zijn er bijna tweehonderd vrijwilligers actief.
Volgens buurtmeester Fred Fraikin zijn steeds meer bewoners bereid mee te werken aan verbetering van hun buurt. Zo zijn op verzoek van en in samenwerking met de bewoners bloembakken geplaatst op het Koekoeksplein. De bakken worden door de bewoners zelf onderhouden.
Coos Langkemper, via Combiwel gedetacheerd bij het stadsdeel, strijkt wekelijks met een bus in de wijk neer voor het burenuurtje. Bewoners kaarten daar met name zaken aan rond de openbare ruimte en burenoverlast. Maar Langkemper krijgt het in de bus ook te horen als buurtbewoners door isolement in de verdrukking raken. Voor hulp worden bevoegde instanties ingeschakeld.
Het zijn kleine stappen om de buurt leefbaarder te maken. Esther Blok, projectmanager wijkaanpak Vogelbuurt/IJplein, is trots op de positieve ontwikkelingen. “Fysiek is de buurt enorm vooruitgegaan maar er zijn nog erg veel problemen op sociaal-economisch gebied. Om die problemen op te lossen zijn extra interventies hard nodig.”
En dan zijn er de onvermijdelijke hangjongeren. Blok: “Het gebied rond het kerkje op het Zwanenplein is een tijd onveilig gemaakt door de jeugd. Daar is samen met de corporaties een aantal acties op ondernomen. Maar er moet meer gebeuren op het gebied van preventie, bijvoorbeeld door werkloze jongeren werkervaringsplaatsen aan te bieden.”
“Moe van ambities”
Over werkloosheid gesproken. Die is hoog in deze wijk. Bijna 30 procent van de inwoners leeft van een minimuminkomen; 10 procent van een bijstandsuitkering. Vanwege dit soort ranglijstjes werd de buurt een focusgebied. Hierdoor kan het stadsdeel vanaf 2013 ongeveer 4 miljoen euro extra in de buurt investeren. In totaal bedraagt het focusgeld voor Noord ongeveer 12,5 miljoen euro voor komend jaar.
Stadsdeelvoorzitter Rob Post is uiteraard gelukkig met de extra investeringsmogelijkheden voor deze wijken. Wel wordt hij een beetje moe van het hoge ambitieniveau dat de stad oplegt. Post: “Die ambitie is om de zwakste buurten op het gemiddelde Amsterdamse niveau te brengen. Dat is niet haalbaar. De bevolking van Noord bestaat voor een groot deel uit mensen uit andere zwakke wijken in de stad voor wie door renovatie en sloop geen plaats meer was. Door het grote aantal goedkope huurwoningen zijn we altijd al een ideaal overloopgebied geweest en dat heeft zijn gevolgen voor de bevolkingssamenstelling.”
Dat er extra geld binnenkomt terwijl er ook moet worden bezuinigd vindt Post lastig. “In heel Noord moeten we bezuinigen op maatregelen in de openbare ruimte en bijvoorbeeld op buurtwerk. Andere buurten met veel problemen - zoals De Banne, Plan van Gool en De Kleine Wereld - moeten ook extra aandacht blijven krijgen. Het moet niet zo zijn dat de ene buurt verbetert terwijl de andere verder in het slop raakt.”
De stadsdelen worden geacht ieder kwartaal te rapporteren over de vorderingen in de focusgebieden. Post: “Rapporteren op zich is prima, maar of dat met zo’n hoge frequentie moet, is de vraag. Ik ben voorstander van zo weinig mogelijk bureaucratie. We zijn nu bezig onze eigen ambities vast te leggen en streven ernaar die zoveel mogelijk waar te maken.”
Het stadsdeel wil in elk geval doorgaan met het bevorderen van bewonersparticipatie en maatregelen in het kader van ‘schoon, heel en veilig’. Maar de grote opgave wordt meer mensen aan het werk krijgen. Het stadsdeel werkt aan werkgelegenheidsprojecten voor jongeren. En met DWI wordt gesproken over een banenplan voor mensen met een grote afstand tot de banenmarkt. Armoedebestrijding blijft volgens Post echter een lastige kwestie. “Als stadsdeel doen we niet aan inkomenspolitiek. Dat is aan het Rijk. Maar we kunnen wel ons best doen zoveel mogelijk mensen die nu aan de kant staan, weer bij de arbeidsmarkt te betrekken. Er komen steeds meer banen bij in Noord, nu is het zaak dat die banen worden ingenomen door werklozen uit het stadsdeel.”
De werkloosheid in de Vogelbuurt/IJplein is hoog (ruim 11%) en de bevolking is arm: 28 procent van de inwoners leeft van een minimuminkomen. Tien procent van de bewoners heeft een bijstandsuitkering. Ruim een kwart (26%) leeft in een isolement. Gemiddeld in Amsterdam is dat 14 procent. In de wijk wonen veel alleenstaanden (53%) en veel eenoudergezinnen (ruim 12%). De helft van de bewoners is van niet-westerse afkomst. Het aandeel allochtonen nam de afgelopen jaren toe. Het aandeel ‘nieuwe stedelingen’ nam ook toe, van 14 tot 17 procent. In 2010 was 31 procent van de bewoners 24 jaar of jonger. Bijna een kwart daarvan is voortijdig schoolverlater. De Cito-score in deze buurt is het laagst van Noord. De onderwijsprestaties blijven in het algemeen achter vergeleken met de rest van de stad. Ten opzichte van de rest van Noord groeien in IJplein/Vogelbuurt de meeste kinderen op in een minimumhuishouden (46%). Het vertrouwen in de buurt is de afgelopen jaren toegenomen tot een 6,3. De tevredenheid krijgt hetzelfde cijfer en daarmee scoort de buurt onder het gemiddelde van Noord. In de komende NUL20’s komen de twee andere focusgebieden in Noord aan bod: Volewijck en Nieuwendam-Noord |