Spreiding
Amsterdam voert natuurlijk al jaren een spreidingsbeleid. Alleen heet dat stedelijke vernieuwing. Ga maar na: in de Bijlmer wordt het aandeel sociale huurwoningen teruggebracht van 93% naar ongeveer 55%; in de Westelijke Tuinsteden van 76% naar 45%. Bovendien is de roemruchte 30-procentsnorm sinds jaar en dag een sturingsinstrument om gemengde wijken te bouwen. ‘Gemengd’ in sociaal-economische termen dan, niet in raciale. Dat is een fundamenteel verschil met de ideeën die in het Rotterdamse opgang maken. Er is nog een belangrijk verschil. Met termen als ‘allochtonenstop’ – op zichzelf al erg genoeg – wordt gesuggereerd dat je mensen kunt verbieden ergens te gaan wonen, met ‘spreiding’ dat je mensen kunt dwingen in een andere stad of stadsdeel te gaan wonen. Die macht heeft de overheid niet, of hoogstens een beetje door woningen te slopen in het kader van herstructurering. Maar zelfs woningen slopen en bouwen doet de overheid niet meer zelf.
Herhuisvesting is in de praktijk de kunst van de verleiding. In de Bijlmer is dat in de eerste fase van de vernieuwing uitstekend geslaagd. Daar zijn nu succesvolle nieuwe buurten die een voorbeeldfunctie hebben. Men is er bovendien in geslaagd een zwarte middenklasse te behouden die binding heeft met de buurt. En het is juist de middenklasse die zorgt voor samenhang in een wijk. Wie een wandeling maakt door de vernieuwde Bijlmer, voelt dat het gebied perspectief heeft gekregen. Natuurlijk, er blijven grote-stadsproblemen en er zijn plekken waar je beter niet kunt komen. Maar die worden kleiner.
De sloop van de Bijlmerflats en de parkeergarages heeft zijn keerzijden. De junks zijn de straat opgejaagd en zorgen voor meer overlast dan daarvoor. En in andere stadsdelen heeft men nu last van ‘probleemgevallen’ uit de Bijlmer. Ze zijn niet bewust ‘verspreid’, maar wel verhuisd.
Operatie Bijlmer. Kan je voor honderden miljoenen euro een toekomst kopen?
In dit nummer van NUL20.
Fred van der Molen
Hoofdredacteur
fred@nul20.nl