“Het zijn oude bekenden van me”, zegt Alex Speijer van de Vliegende Hollander. Samen met zijn collega Lien Rietveld gaat hij op huisbezoek bij een echtpaar met een huurschuld van zo’n drieduizend euro. Huisuitzetting dreigt en de Vliegende Hollander is gevraagd te bemiddelen om de ontruiming te voorkomen. Speijer en Rietveld proberen eerst een beeld te krijgen van de situatie, daarna zullen zij proberen met de verhuurder tot een afbetalingsregeling te komen. “Triest dat ik weer naar ze toe moet. Een paar jaar geleden heb ik ze op gang geholpen, ze waren uiteindelijk schuldenvrij en het liep lekker met ze. Nu zitten ze weer in de uitgangspositie. Maar als je niks doet, komen ze op straat terecht.”
Vliegende Hollander voorkomt 85 procent van ontruimingen |
De Vliegende Hollander probeert huisuitzetting te voorkomen door te bemiddelen tussen huurder en verhuurder. In 85 procent van de gevallen wordt ontruiming voorkomen. |
Speijer en Rietveld lopen door de lange gangen van het seniorencomplex. “Ze ontruimen hier niet graag”, merkt Speijer op. Openstaande deuren bieden een blik op keurige kamers met gecapitonneerde bankstellen en sanseveria’s op de vensterbank. De situatie in het appartement van de familie Vermeij, 51 en 56 jaar oud, is totaal anders. De ruimte wordt gedomineerd door opgestapelde dozen en onbestemde rommel. Een smal looppad voert naar de slaapkamer. Midden in die chaos zit de vrouw des huizes onverstoorbaar verstelwerk te doen. Haar echtgenoot zit naast haar op de bank met een spinnende kat op schoot. “Ik wil geen rottigheid”, zegt hij.
Kinderbescherming
Het echtpaar is een jaar geleden vanuit een driekamerwoning naar deze flat verhuisd. De drie kinderen wonen zelfstandig of zijn door de kinderbescherming uit huis geplaatst. “We hebben alleen wat kleren uitgepakt”, verklaart mijnheer Vermeij. “Want we willen naar Enschede verhuizen, een van onze zoons zit daar vlakbij en dan kunnen we hem vaker zien. Die autoreis daar naartoe kost ons nu steeds veel geld.”
Alex Speijer legt uit dat de huidige huurschuld weggewerkt moet zijn, voor er sprake kan zijn van een nieuwe verhuizing. Op de vraag of er al contact is met andere hulpverlenende instanties, komt meneer met een vaag verhaal over kinderbijslag die al maanden niet is uitgekeerd. Speijer herhaalt de vraag en na nog wat aandringen blijkt dat het echtpaar zich voor de kinderbijslag al gewend heeft tot het Bureau Rechtshulp. “Prima, daar kunnen ze dat heel goed voor u oplossen.”
De Vliegende Hollander beperkt zich tot bemiddeling rond achterstallige huur. Die moet dan binnen een maand of negen zijn weggewerkt. Voor de andere schulden worden de cliënten doorverwezen naar een schuldsaneringsbureau. De contacten tussen de Vliegende Hollander en de cliënten duren maximaal zes maanden, tegen die tijd moeten andere hulpverleners de zaak hebben overgenomen.
Glazige blik
Om inzicht te krijgen in hun financiële situatie vraagt Speijer aan de Vermeijs of hij hun bankafschriften mag inzien. Het levert een glazige blik op. Rietveld herhaalt de vraag en legt uit dat de Vliegende Hollander de gegevens nodig heeft om met de woningbouwcorporatie tot een regeling te komen. Meneer Vermeij begint aan een vergeefse zoektocht. “Je hebt ze in een zak gestopt”, herinnert mevrouw hem vanaf de bank. Rietveld krijgt intussen haar ziektegeschiedenis te horen. Met assistentie van Speijer duikt meneer na enige tijd in de slaapkamer een plastic zak op. Rietveld weet nu alles van de anatomie van de middenvoet.
Speijer bestudeert de papieren, maar het levert geen volledig beeld op. Hij vraagt om een handtekening zodat de Vliegende Hollander zelf bij diverse instanties inlichtingen kan vragen. Opnieuw komt het thema achterstallige kinderbijslag op. Uiteindelijk tekent meneer en geeft hij ook toestemming voor inkomensbeheer. “U krijgt een rekening bij de Stichting Inkomensbeheer en van hen krijgt u wekelijks huishoudgeld. Met de rest van het geld lost de Stichting uw huurschuld af”, legt Speijer uit. Dan waarschuwt hij: “Het kan zijn dat er beslissingen genomen moeten worden die niet leuk zijn. Ik ben eerlijk: ik denk dat u de auto weg moet doen.” Vermeij reageert onmiddellijk: “Dan zet ik die op naam van mijn broer.”
De Vliegende Hollander neemt afscheid. “Ze zijn welwillend maar ze kunnen het echt niet”, verzucht Speijer buiten. “Hier moet permanente inkomensbeheer komen.” Terug op kantoor blijken er vanmiddag zeven nieuwe aanmeldingen binnen te zijn gekomen. “Hier moeten we meteen achteraan”, wijst Rietveld. “Die wordt binnen een week ontruimd.”
Gezamenlijk verwerken zij de gegevens van de familie Vermeij en nemen contact op met de woningcorporatie. “Het is weleens moeilijk om je te beperken tot het regelen van de huurachterstand. Je gaat gewoon van die mensen houden”, bekent Speijer.
Nieuwe afspraak tussen corporaties en bureaus voor schuldhulp |
Als een corporatie een huurder op zijn huurachterstand aanspreekt, wijzen zij de huurder voortaan direct op het aanbod voor schuldhulpverlening. Meldt de huurder zich daarna bij één van de aangesloten schuldhulpbureaus, dan verplicht deze zich binnen twee maanden alle schulden en inkomensbronnen van de huurder te inventariseren en te onderzoeken of alle inkomensondersteunende maatregelen zijn toegepast. Dat hebben de bureaus afgesproken met de Amsterdamse woningcorporaties. In die periode van twee maanden gaan de corporaties dan niet over tot ontruiming, zolang tenminste de lopende huurtermijnen wel worden betaald. |
Liesbeth Klumper
De namen van de huurders zijn om privacyredenen gewijzigd