“Hé jongen”, roept een oudere Amsterdamse als ze Sergio Sanzana ziet. “Ik zal je wat vertellen, ik krijg vierhonderd euro terug en ook nog’es huurverlaging. Binnenkort kom ik hiero langs met taart.” Sergio werkt bij huurteam Oud-West. Hij had vastgesteld dat haar huur niet in overeenstemming was met de kwaliteit van de woning en haar geholpen de huur te verlagen. Op die manier bespaarde het team de huurders in Oud-West in vier jaar tijd zo’n 500 duizend euro aan woonlasten.
Na wat wrikken gaat de voordeur open. De bewoner verwacht Sergio Sanzana van het huurteam Oud-West en leidt hem direct binnen naar een kamer aan de voorkant. “Ik weet dat ik teveel huur betaal”, opent de bewoner direct maar. “Daar ga ik van uit, maar ik wil weleens weten hoe of wat. Bovendien vind ik het belangrijk dat het stadsdeel weet wat zich achter de gevels afspeelt. Daar kan beleid op gemaakt worden.”
Huurteam Oud-West is op pad en de Elisabeth Wolfstraat is aan de beurt. Bewoners die reageerden op een huis-aan-huis circulaire worden nu bezocht. Het huurteam kan ze vertellen of ze een reële huur betalen. En passant geven de woningbezoeken de gemeente een betere kijk op de particuliere woningvoorraad. De papieren en de echte werkelijkheid liggen vaak mijlenver uit elkaar. Deze woning bijvoorbeeld staat bekend als één zelfstandige woonruimte, maar één blik binnen leert dat de woning is gesplitst in twee onzelfstandige woonruimtes. De bewoners delen gang, douche, keuken en toilet en hebben elk een huurcontract. Sanzana meet de grootte van de woningen met een laserapparaatje en bekijkt de staat van onderhoud. Vochtplekken in het keukenplafond wijzen op een lekkage en aan een doorslaande muur in de gang is ook al lang niets gedaan. De huisbaas kan gesommeerd worden die klachten aan te pakken, maar de kale huur is volgens het puntensysteem niet te hoog, vertelt hij de bewoners.
Voorschot
De post ‘servicekosten’ is wel erg hoog. “Ik vraag me sowieso af waarvoor we eigenlijk servicekosten betalen”, zegt een van de huurders. “Ik woon hier zeven jaar maar heb nog nooit iets van service gemerkt.” Sanzana legt uit dat huurders recht hebben op een specificatie van de gemaakte kosten. “Wat jullie betalen aan servicekosten moet je zien als een voorschot. Als de huisbaas niet duidelijk kan maken waar het aan op is gegaan kan je terugvordering eisen over de laatste vijf jaar, dat is het maximum.”
Het is even stil. Die informatie moeten de huurders even verwerken. “Ik weet niet of we dat wel moeten doen”, zegt de ene dan. “We kennen die huisbaas vaag en het is een aardige man, hij stuurt ons ieder jaar een kerstkaart. Eigenlijk zijn we wel tevreden.”
Voor Sanzana is daarmee de kous af. Het huurteam verwerkt de bevindingen in een computersysteem, waarmee de zaak gesloten is. “De huurders zijn tevreden en dat is de norm”, vertelt hij later in het kantoor van het huurteam. “Wij bepalen aan de hand van het puntensysteem of de huur te hoog is. Als dat zo blijkt te zijn is het aan de huurders om te beslissen of ze er iets aan willen doen. Wij bieden daarbij hulp aan, als een soort bemiddelingsinstituut onderhandelen wij nogal eens met huisbazen. Een enkele keer gaan we zelfs mee naar de kantonrechter, maar het is aan de huurders of ze zo’n proces in willen. Niet aan ons.”
Huurteams besparen Amsterdammers miljoenen euro’s | |
Sinds 1997 zijn er, verdeeld over de stad, negen huurteams actief. Zij besparen de Amsterdamse huurders jaarlijks het indrukwekkende bedrag van een kleine 10 miljoen euro. |
De corporaties schroeven daar kennelijk het onderhoud terug in afwachting van de grote vernieuwingsplannen in deze gebieden. Maar, stellen de huurteams, de huurprijs is wel gebaseerd op een normaal onderhouden woning. Bij de oprichting van de huurteams in 1997 werd gewerkt met banenpoolers. Inmiddels hebben de centrale stad en de stadsdelen geld vrijgemaakt voor 25 reguliere banen. De andere 25 arbeidsplaatsen worden nog steeds gesubsidieerd via de wet inschakeling werkzoekenden (W.I.W.). Huurders krijgen het de komende tijd moeilijk. Op 1 juli wordt de verouderingsaftrek gefaseerd afgeschaft, met als gevolg dat niet langer punten kunnen worden afgetrokken voor oude woningen. Deze maatregel raakt vooral de vooroorlogse woningen, de werkvoorraad van de huurteams. Berekeningen geven aan dat de gemiddelde maximale huurprijs die voor deze woningen gevraagd mag worden met 100 euro zal stijgen naar 378 per maand. “De maatregel zet de bijl in het stelsel door het verband tussen prijs en kwaliteit door te snijden”, zo vinden de huurteams. |
Intussen is Sanzana’s collega Jaap van der Steen op huisbezoek in de De Clercqstraat. Een ouder echtpaar heeft daar gereageerd op de circulaire van het huurteam. Van der Steen: “Bij oudere mensen merk je vaak een ontzag voor de huisbaas. Die past in het bekende rijtje: huisdokter, pastoor en schoolmeester. Tegen zo iemand ga je niet in.” Klachten hebben ze niet, melden de bewoners. Alles is prima in orde. “Maar als jullie willen opmeten, dan ga je je gang maar.”
Eigenhandig
De heer des huizes kijkt steeds bij Van der Steen over de schouder als die zijn bevindingen noteert. Hij woont al 65 jaar op de verdieping en had vroeger zijn zaak op de begane grond. De woning heeft hij eigenhandig opgeknapt. “Vijfentwintig mille heeft het me gekost, dat is natuurlijk een hele investering voor een huurwoning, maar ik hoopte dat ik het ooit zou kunnen kopen. Dat moment kwam ook, maar toen bleek dat die 25 duizend euro nog eens boven op de koopprijs kwam heb ik het niet gedaan. Ik vond dat absurd. Zo betaal je twee keer.”
Van der Steen heeft inmiddels alle gegevens genoteerd en wil met de berekening beginnen. “Wanneer is dat dubbele glas erin gekomen?” Het echtpaar verschilt van mening. Er moeten tenslotte fotoboeken aan te pas komen. Ze krijgen uitleg over het puntensysteem. “Ja dat is goed hoor, ik begrijp er toch niks van”, reageert mevrouw. De uitkomst wekt meer interesse. Ze is blij verrast als blijkt dat de maximaal redelijke huur zo’n vijfentwintig euro lager ligt dan wat nu wordt betaald.
Dan zijn er ineens toch klachten: de intercom die het al maanden niet doet, de lekkende afvoerpijp waardoor de was op het balkon niet meer droogt en de schimmelende muur in de achterkamer. Van der Steen verwijst ze naar de beherende makelaar en laat zijn kaartje achter voor het geval de bewoners hulp nodig hebben.
“Dit zie je vaak”, vertelt hij even later op straat. “In eerste instantie zeggen de bewoners dat er geen klachten zijn, maar als je een tijdje binnen bent geweest komen ze toch met onderhoudsproblemen. Dat is voor mij een teken dat we het goed doen. Ze vertrouwen ons en dat maakt het werk de moeite waard.”
Liesbeth Klumper
NUL20 - maart 2002
© NUL20, 2002. auteursrechten/disclaimer. |