Nederland zit middenin een asielopvang- en een wooncrisis, maar ondertussen vraagt ook een meer permanente opvang van Oekraïense vluchtelingen de aandacht. Het lijkt erop dat veel van hen langer zullen blijven. In de Amsterdamse regio zijn de eerste opvangplekken voor de middellange termijn inmiddels geopend.
Toen Rusland eind februari Oekraïne binnenviel en kort daarna de vluchtelingenstroom op gang kwam, werden er in allerijl opvangplekken gerealiseerd. Zowel bij gemeenten als bij particulieren was de bereidwilligheid groot. Maar hoe lang kun je ontheemden in een tijdelijke crisisopvang of bij je thuis laten wonen?
Volgens onderzoekers van het Clingendael Instituut moet Europa zich erop voorbereiden dat Oekraïense vluchtelingen langere tijd bescherming nodig hebben en aan de maatschappij zullen deelnemen. Interessant is dat volgens hen voor de oorlog al een op de vier Oekraïners nadacht over migratie. Naarmate zij hier langer verblijven, zullen zeker vrouwen en kinderen minder geneigd zijn terug te keren, stelt Clingendael. Het instituut verwacht dat er de komende tijd vluchtelingen uit andere Europese landen naar Nederland zullen doorstromen en er hier uiteindelijk ruim 200.000 zullen neerstrijken!
Op dit moment gaat het nog om andere aantallen: begin september waren er bijna 76.500 Oekraïners ingeschreven in Nederland. Dagelijks melden zich gemiddeld 60 Oekraïense vluchtelingen bij de hub op Amsterdam Centraal Station, die vervolgens over Nederland worden verspreid. In Amsterdam zaten volgens cijfers van 30 augustus 1.835 Oekraïners in een noodopvang en 400 in een semi-permanente opvang. Bij particulieren worden circa 2.475 Oekraïners opgevangen (bron: raadsbrief 8 juli).
Semi-permanent
De particuliere opvang begint na maanden in tal van huishoudens te wringen. Amstelveen heeft daarom nieuwe tijdelijke onderkomens gerealiseerd op Kronenburg voor Oekraïense vluchtelingen waarvan de opvang bij gastgezinnen niet langer houdbaar is. Die ontwikkeling zie je op veel meer plekken.
Amsterdam werkt al sinds april aan locaties waar Oekraïners een tot drie jaar kunnen verblijven. Wethouder Rutger Groot Wassink van Sociale Zaken en Vluchtelingen gaat ervan uit dat een deel van hen zich hier zal willen vestigen, een les uit de vluchtelingenstroom uit voormalig Joegoslavië in de jaren 90. Het Rijk heeft de gemeente gevraagd eind dit jaar te voorzien in duizend opvangplekken voor de middellange termijn.
Twee locaties zijn inmiddels opgeleverd: de Riekerhof, een voormalig woonzorgcentrum in stadsdeel Nieuw-West, met driehonderd plekken en een aangepast kantoorgebouw op het Van Houten Industriepark in Weesp met tweehonderd plekken. Daar komen nog 270 eind dit jaar geplande opvangplekken op het parkeerterrein van sportpark Melkweg in stadsdeel Noord bij en dertig plekken in stadsdeel West aan de Kinkerstraat.
Volgens een woordvoerder is de opgave groot en de ruimte in de stad schaars. Hobbels op de weg zijn het vinden van geschikte locaties en de tijd die het kost om de opvanglocaties te realiseren. Dat komt onder meer door de benodigde haalbaarheidsonderzoeken, (vergunning)procedures en de beperkte beschikbaarheid van aannemers en materialen.
Begin 2023 worden naar verwachting nog drie locaties opgeleverd in stadsdeel Oost, Centrum en Zuid. Een aantal mogelijke locaties wordt op dit moment onderzocht – hiervoor is nog geen planning. Uitgangspunt voor al deze locaties is dat mensen zoveel mogelijk zelfstandig kunnen leven. Ruimte die vrijkomt in de crisisopvang wordt opgevuld door nieuwe vluchtelingen of Oekraïners die hiervoor door particulieren werden opgevangen.
Meer zeggenschap
De semi-permanente opvang in Weesp zit in een voormalig kantoorpand, vlakbij het oude dorp. Dat het helemaal ingericht moest worden, heeft als voordeel dat meer maatwerk mogelijk is. Hier kunnen ook grotere gezinnen terecht. Er zijn meerpersoonskamers of kamers met een tussendeur, zodat ouders wat privacy hebben.
Het pand bestaat uit vier verdiepingen met ieder een eigen grote woonkamer en kitchenette. Alles is ingericht door Stichting Care4Good, met spullen die zijn gedoneerd door bewoners en bedrijven uit de buurt. Met de bizar grote hoeveelheid kleding die is opgestapeld in rijen met stellingkasten kunnen ze vast nog jaren vooruit. Voor tieners is een aparte kamer ingericht. In de receptie staan een stuk of twintig kinderwagens. In totaal zijn er zo'n zestig kinderen.
In de enorme keuken met zestien elektrische kookplaten, een paar ovens en magnetrons staan her en der pannetjes te pruttelen. Er worden pannenkoeken gebakken en er staan een paar overheerlijk uitziende hartige taarten. De mogelijkheid zelf te kunnen koken, betekent ook meer zeggenschap over hoe je je dag indeelt. Bij de andere opvanglocaties wordt op vaste tijden gegeten. Dat betekent gewoon geen eten als je er vanwege werk of andere afspraken niet bent. Aan een van de lange tafels zit Yulia. Haar drie maanden oude baby Polina ligt in de kinderwagen te slapen, haar zoontje van twee, Makar, kijkt een filmpje op haar telefoon. Egor (11) en Vitalii (9) zijn buiten aan het spelen en haar man Sergei is aan het werk bij een wasserij. Van de bijna tweehonderd bewoners zijn er een stuk of veertig aan het werk.
Veilig
Yulia en haar gezin werden eerst in het Holiday Inn hotel opgevangen, waar ze in twee verschillende kamers logeerden. Het eten was er prima, maar voor de jongens voelt het meer als thuis nu ze zelf kan koken. Dat is echt een belangrijke vooruitgang. “We weten dat onze kinderen nu veilig zijn, dat is het allerbelangrijkste.”
Yulia en Sergei zouden hier graag een toekomst willen opbouwen. Hoe die eruit zou moeten zien, weet ze niet. Het zal zeker niet gemakkelijk worden, beseft ze. Dat ze geen Engels spreken, is een enorme barrière.
Aan zelf een woning vinden zijn ze nog niet toe. “Met één inkomen kun je als gezin geen woning huren, de prijzen zijn hier veel te hoog”, zegt Kateryna, een jonge vrouw die is gevlucht uit Kiev. Zij werkt bij de Regenbooggroep als dagcoördinator maar fungeert ook als tolk. Ook voor haar is het niet haalbaar. “Er blijft dan te weinig over om van te leven.” Zij woont in de Carissima, een opvanglocatie aan de Javakade en blijft daar voorlopig. “Het is daar goed.”
Eind augustus had volgens het UWV maar liefst 40 procent van de Oekraïners in Nederland werk gevonden, met name in de horeca en land- en tuinbouw. Of ze daarmee voldoende verdienen om in Amsterdam aan een woning te komen is de vraag. Oekraïners mogen werken zonder werkvergunning (asielzoekers mogen dat niet). Ze komen echter niet in aanmerking voor voorrang op een sociale huurwoning, omdat zij, anders dan statushouders, ‘ontheemden binnen de EU’ zijn, vertelt Cathelijn Groot, Beleidsadviseur Wonen en Zorg bij het AFWC.
Amsterdamse corporaties hebben volgens haar flink gezocht naar mogelijkheden om Oekraïners onderdak te bieden. “Daarbij vonden we het belangrijk dat wij de vele woningzoekenden en mensen die (tijdelijk) van ons huren niet benadelen. We hebben vooral gezocht naar panden die leegstaan, bijvoorbeeld omdat er een grote renovatie gepland is. Verder hebben corporaties gezocht naar mogelijkheden om versneld tijdelijke woningen neer te zetten waarin zowel woningzoekenden als vluchtelingen uit Oekraïne een plek kunnen krijgen.” Er zijn uiteindelijk geen leegstaande panden van corporaties ingezet.
“De corporaties leveren wel maatwerk als onze huurders een kamer beschikbaar willen stellen, wij beoordelen dan of dit passend is en zoeken naar ruimte binnen de wet- en regelgeving, zoals binnen het Woningdelen.” Hoeveel huurders via deze constructie Oekraïense vluchtelingen hebben opgenomen is niet bekend.
Bescherming
De gemeente heeft er ook geen zicht op of er al Oekraïners zijn teruggekeerd of vertrokken naar andere plekken in Nederland of Europa. Doorreizen naar een ander land heeft wel consequenties, vertellen Alexandra en Erik uit Amsterdam-Noord. Zij hebben Mariya en haar twee kinderen vijf maanden opgevangen. Sinds eind augustus wonen die in Engeland bij een gastgezin. Vluchtelingen krijgen tijdelijke bescherming in Nederland, maar dat stopt als ze ergens anders bescherming aanvragen. Ze kan dus niet zomaar terugkomen als het haar niet bevalt. Erik: “Alles wat ze hier de afgelopen tijd heeft opgebouwd, geeft ze dus op. Haar goede vriendin wordt hier vlakbij opgevangen, haar dochter ging naar school en naar dansles en haar zoontje was bijna aan de beurt voor de voorschool.”
Dat ze toch de overtocht waagde, heeft ermee te maken dat Mariya haar toekomst in haar eigen land ziet. Alexandra: “Zij wil het allerliefst terug naar huis, alleen is het niet veilig. Ze wonen dichtbij de Russische grens en liepen het risico in de vuurlinie terecht te komen.”
Liza (10) kreeg in Oekraïne na school Engelse les, omdat Mariya dat belangrijk vond. In Engeland ontwikkelt ze in ieder geval het Engels verder, daar heeft ze later nog wat aan. Erik en Alexandra kennen inmiddels veel Oekraïners in Nederland en denken dat het uitmaakt hoeveel er over is van het oude leven om naar terug te gaan. Hoe langer de oorlog duurt, hoe minder dat zal zijn.
Er moet volgens wethouder Groot Wassink een betere balans komen tussen regio’s die noodopvang verzorgen en regio’s die huisvesting regelen. “Amsterdam kan veel opvang regelen, maar woningen en ruimte zijn hier relatief duur. Dat moet beter worden verdeeld, juist nu de fase van integratie begint”, zei hij in juni tegen Trouw. Welke stappen hier concreet in worden gezet, is onduidelijk. Over langdurige huisvesting gaat Amsterdam samen met het Rijk, de regio en andere gemeenten in gesprek, laat de gemeente desgevraagd weten.
De gemeente heeft onlangs wél besloten 1.000 flexwoningen te willen realiseren. Daar komen later nog 1,500 tot 2.000 flexplekken bij. “De Amsterdamse corporaties gaan graag zo snel mogelijk aan de slag met de bouw van deze flexwoningen”, zegt Groot namens het AFWC. Flexwoningen zijn geen reguliere woningen en vallen buiten de reguliere afspraken over voorrang. De gemeente bepaalt wie er komen wonen. Deze woningen zijn bedoeld voor alle Amsterdammers die snel een woning nodig hebben, dus ook voor Oekraïense vluchtelingen. Het is nog niet bekend hoeveel van hen hier aanspraak op kunnen maken.
Veel Oekraïense vluchtelingen verlaten Nederland ook weer. Een indicator daarvan is dat bijna 9 duizend van hen zich hebben laten uitschrijven uit de basisregistratie van de gemeente waar zij stonden ingeschreven. Het meest aannemelijk is dan dat zij het land hebben verlaten. Of zij zijn teruggekeerd naar huis of doorgereisd naar een ander land. |