Enkele nummers van NUL20 geleden heeft u een vragenformulier voor een lezersonderzoek ontvangen. Een kwart van u heeft dit ingevuld en geretourneerd. Nog bedankt hiervoor. Voor de redactie en redactieraad was het spannend. Zouden de lezers nu veel minder lovend zijn, na die bijna Noord-Koreaans aandoende bijval in het eerste lezersonderzoek van 2003?
Maar ook nu is er een Kim Jong-Il-uitslag. U bent zelfs nog iets tevredener over NUL20 dan vier jaar geleden.
Maar liefst 94 procent van de lezers vindt NUL20 ‘goed’ (78%) of ‘heel goed’ (16%). In 2003 was dat nog 91 procent (77 % goed; 14 % heel goed). Zes procent vindt het blad nu ‘redelijk’, tegen acht in 2003. Toen waren er nog drie respondenten die het maar ‘matig’ vonden, nu helemaal geen. En ook nu vindt niemand van de respondenten NUL20 ‘slecht’.
Wie zijn de lezers van NUL20?
De grootste groep, met 23 procent, vormen de ambtenaren. Bijna zeventien procent van hen werkt in Amsterdam op het stadhuis, elders in gemeentelijke dienst of in de stadsdelen. De ambtenaren worden op de voet gevolgd door corporatiemedewerkers (20%), van wie de meesten uit het ROA-gebied komen. Een andere grote groep (15%) bestaat uit medewerkers van commerciële partijen als onderzoeks- en adviesbureaus, makelaars of projectontwikkelaars. Veertien procent is huurders- of bewonersvertegenwoordiger.
NUL20 wordt goed gelezen. Ruim de helft van de respondenten besteedt meer dan een half uur aan het blad, en ruim negen op de tien meer dan een kwartier. Zeker de helft van de abonnees laat ook nog eens collega’s, vrienden en familie meelezen in het blad. De gemiddelde ‘meeleesfactor’ is 1,7; op een abonneebestand van 4450 betekent dat ruim 7300 lezers. De achtergronddossiers krijgen net als in 2003 de meeste waardering. Minst gewaardeerd wordt de column, maar die scoort altijd nog ‘redelijk tot goed’.
Kortom: voor professionals op woongebied is NUL20 kennelijk een belangrijke en gewaardeerde informatiebron. De redactie is heel blij met en geïnspireerd door deze uitslag.
Fred van der Molen