Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Eerste verdieping
Negentig procent ouderen zal toch in een normale woning moeten blijven
Klassiek verzorgingshuis wordt centrum woonzorgzone
De ouderen van de toekomst wonen zo lang mogelijk zelfstandig en krijgen zorg op maat. Alleen in de laatste fase van het leven, als het echt niet anders kan, is er intensieve verpleeghuiszorg. Dat is de heersende denkrichting in het ouderenbeleid. Corporaties en zorgaanbieders staan in Amsterdam voor een aanzienlijke opgave. Want de bestaande woningvoorraad heeft onvoldoende kwaliteit. En zorg op maat is lang niet overal verkrijgbaar.
Woordenboek ouderhuisvesting
Aanpasbaar bouwen Zodanig woningontwerp dat voorzieningen voor gehandicapten - traplift, aangepaste badkamer - zonder veel kosten kunnen worden toegevoegd.
Dienstencentrum Wijkvoorziening waar senioren én andere buurtgenoten elkaar kunnen ontmoeten. Het centrum kan ook onderdak bieden aan specifieke zorgvoorzieningen
Domotica Hightech oplossingen voor meer comfort en veiligheid in huis.
Extramuralisering Het verplaatsen van de hulpverlening buiten de muren van de klassieke zorginstellingen. Mensen blijven langer zelfstandig wonen en krijgen thuis zorg op maat.
Geclusterde woningen Minimaal vier volwaardige zelfstandige woningen gegroepeerd aan een galerij, trap, stoep of gemeenschappelijke ruimte. Aanpasbaar of rolstoelgeschikt gebouwd.
Groepswoning Gezamenlijk verblijf voor een kleine groep bewoners met onzelfstandige woningen en gemeenschappelijke voorzieningen.
Miva Zie rolstoelwoning
Rolstoelwoning Woning geschikt voor rolstoelgebruik: royale gangen en deuren, een hoofdslaapkamer van voldoende afmetingen en een grote badkamer. Ook wel miva-woning (minder valide) genoemd.
Wibo Wonen in een beschermde omgeving: geclusterde woningen, ruim opgezet, goed toegankelijk en ‘aanpasbaar’ gebouwd. Er kan intensieve zorg in de woning worden verleend.
Woonkeur Certificaat voor nieuwbouwwoningen met voldoende woontechnische kwaliteit: hoog niveau aan gebruikskwaliteit, inbraak- en sociale veiligheid, valveiligheid, toegankelijkheid en flexibiliteit.
Woonzorgzone Zorgconcept waar voorzieningen van allerlei aard, van sociale ontmoetingsplek tot intensieve verpleeghuiszorg, bij elkaar zijn gebracht. Inmiddels al herdoopt tot ‘woonservicezone’.
Zorgsteunpunt Wijkgebonden post van waaruit zorgaanbieders zelfstandig wonende ouderen de gewenste dienst verlenen.

Wethouder Hannah Belliot gaf eind april het startsein voor de bouw van wat het modernste woonzorgcentrum van Amsterdam moet worden. Met de herbouw van het Leo Polakhuis aan de rand van Osdorp ontstaat een bijzondere combinatie van woonvormen. Het complex van Woonzorg Nederland zal bestaan uit 72 zelfstandige huurwoningen, twaalf groepswoningen voor dementerenden, een verpleeghotel, een hospice, een centrum voor dagbehandeling en een verzorgingshuis. Zorgaanbieder Antaris levert zorg- en dienstverlening op maat. Naast de verschillende woonvormen biedt het Leo Polakhuis vanaf de opening in 2006 wijkfaciliteiten. Hiertoe wordt met steun van de gemeente Amsterdam een ontmoetingscentrum gerealiseerd. Om de integratie tussen jong en oud te bevorderen, is in het complex een kinderdagverblijf opgenomen.
Voor Wim Bakker, consultant woonconcepten bij Woonzorg Nederland, de grootste landelijke organisatie voor seniorenhuisvesting, is het Leo Polakhuis een goed voorbeeld van de nieuwe aanpak: “Het klassieke verzorgingshuis van weleer wordt omgebouwd tot het middelpunt van een woonzorgzone. De ontwikkeling nam zeven jaar in beslag, maar er ontstaat een dienstencentrum voor de wijk in combinatie met zelfstandige woningen in een aparte woontoren. Daarnaast zijn er speciale woningen voor groepen van zes dementerenden in de laagbouw. Er blijven verder plaatsen beschikbaar voor mensen die intensieve lichamelijke zorg nodig hebben en er zijn mogelijkheden voor tijdelijk verblijf.”
Woonzorg Nederland spreekt consequent over senioren. “Wij doen projecten voor mensen vanaf 55-plus. Iemand van die leeftijd laat zich nog niet aanduiden als een oudere. Vijftig- en zestigplussers zijn absoluut niet bezig met de laatste stap in hun wooncarrière. Pas als zich een plotselinge gebeurtenis voordoet – de ziekte van Alzheimer zich openbaart, een oudere zijn heup breekt of als de partner overlijdt – worden mensen gedwongen na te denken over hun toekomst. Vaak zijn mensen dan al de zeventig gepasseerd”, aldus Bakker.
In Amsterdam wonen nu ruim 150 duizend 55-plussers. Meer dan veertigduizend inwoners zijn 75 jaar of ouder. Over ruim tien jaar ligt het aantal 55-plussers boven de 180 duizend. Het aantal 75-plussers zal dan zijn gedaald naar 35 duizend. Onder hen bevindt zich een grote groep Alzheimer-patiënten. Zorgaanbieders menen dat rond die tijd voor vier tot vijf procent van de totale bevolking een speciale zorgvoorziening beschikbaar moet zijn.
Voor Amsterdam komt dat al gauw neer op tienduizend woonruimten met intensieve zorg en vijftien tot twintigduizend aangepaste of aanpasbare zelfstandige woningen. Nu nog kent Amsterdam meer dan zevenduizend plekken in verzorgings- en verpleeghuizen. Maar dat aantal zal drastisch afnemen want de overheid koerst aan op een forse vermindering van intramurale zorginstellingen. Plaatsen in verouderde verzorginghuizen worden vervangen door ‘woningen in een beschermde omgeving’.
Hoe groot het huisvestingsprobleem tegen die tijd zal zijn, durft ook Wim Bakker niet te zeggen. “Corporaties, zorgaanbieders en beleidsmakers hebben besef van de demografische ontwikkeling. Het is alleen onduidelijk in welke mate het een probleem zal vormen. Sommige wetenschappers waarschuwen voor een alarmerende ontwikkeling. Aan de andere kant geldt: de mens wordt ouder en de intensieve zorg schuift mee met de leeftijd. Veel mensen hebben alleen in de laatste twee of drie jaar van hun leven intensieve zorg nodig. Een ding is duidelijk: we kunnen niet alle ouderen onderbrengen in specifiek voor hen ontworpen woningen. Negentig procent zal toch in een gewone woning moeten verblijven.”

Zestigplussers zijn absoluut niet bezig met de laatste stap in hun wooncarrière

Maar juist daar, zegt Marinus Knulst, accountmanager nieuwbouw van de Amsterdamse corporatie de Dageraad, wringt de schoen. “Er mankeert veel aan de bestaande voorraad. Voor bijzondere groepen, zoals ouderen, zijn de traditionele portiek-etagewoningen niet geschikt. En in veel gevallen kunnen deze woningen ook niet geschikt wórden gemaakt. Wij doen ons best met het weghalen van drempels en het plaatsen van hoge wc-potten. Maar een krappe woning van amper vijftig vierkante meter is simpelweg niet geschikt te maken voor rolstoelgebruik of het verlenen van intensieve zorg. Evenmin vormt de gewone nieuwbouw van recente datum een ideaal antwoord op de toenemende vergrijzing. Stedelijk wordt slechts een kwart aanpasbaar gebouwd.”

Alleen nieuwbouw biedt soelaas

Speciale nieuwbouw kan ouderen wel soelaas bieden. De Dageraad heeft al jaren geleden de keuze gemaakt, dat in de nieuwbouwproductie een zwaar accent moet worden gelegd op bijzondere groepen: ouderen, gehandicapten en grote gezinnen. De helft van de nieuwbouwproductie richt zich op die groepen. Dankzij deze aangepaste woningen kunnen ouderen en gehandicapten langer zelfstandig blijven wonen.
De keuze of een bepaalde locatie geschikt is voor nieuwbouw voor ouderen is volgens Knulst afhankelijk van de omstandigheden. “Voor ouderenwoningen is de ligging van bijzonder belang. Het complex moet in de buurt liggen van openbaar vervoer en winkelvoorzieningen. Ook is de beschikbaarheid van zorgvoorzieningen, dan wel een toekomstig zorgsteunpunt van toenemend belang. Vervolgens deinzen wij niet terug voor de extra kosten.”

‘Een zorgwoning levert
een tekort in het kwadraat op’

In Amsterdam gaat de bouw van een gewone sociale huurwoning gepaard met een grote onrendabele last. Knulst omschrijft het tekort op een zorgwoning als ‘een formidabel tekort in het kwadraat’. “Ten opzichte van gewone woningen zijn er nogal wat meerkosten. Een goede uitrusting, meer verkeersruimte, een royale ontsluiting, geconditioneerde galerijen en de bouw van meerdere liftten hebben hun prijs. Aan de andere kant willen wij niet afwijken van de goed doordachte kwaliteitseisen voor wibo-woningen. Dan zouden we woningen bouwen waar we uiteindelijk geen plezier van hebben.”
De Dageraad ontwikkelt op dit moment ouderenwoningen boven het wijkwinkelcentrum van Haveneiland West op IJburg. Plannen zijn in maak voor het Westerdokseiland en in de Pijp. Niet zo lang geleden is een complex van 35 wibo-woningen in de Schinkelbuurt opgeleverd, waarvan veertien geschikt voor rolstoelgebruikers. Dat complex sluit goed aan op wat de Dageraad graag wil. In de buurt bevinden zich een zorgvoorziening voor lichamelijk gehandicapten en een verzorgingshuis. In de nabijheid wordt nog een zorgsteunpunt voor ouderen ontwikkeld.
De keuze voor sociale huurwoningen voor ouderen hangt samen met de woningbouwgeschiedenis in Amsterdam. Woonzorg Nederland bouwt bijvoorbeeld op andere plekken in het land veelvuldig complexen voor koopkrachtige ouderen. Daar kan in Amsterdam geen sprake van zijn. “Amsterdamse ouderen worden wat langzamer rijk. Vermogensvorming verloopt vaak via de eigen woning. In Amsterdam hebben we simpelweg een klein eigenwoningbezit. Er worden in onze stad meer koopwoningen gebouwd, maar die komen voor het grootste deel in het bezit van dertigers en veertigers. Het daar gestalde vermogen komt pas over tientallen jaren vrij. Daar hebben de ouderen van vandaag en morgen weinig aan,” aldus Knulst.

Wonen en zorg

Zorginstellingen en corporaties zoeken elkaar schoorvoetend, maar steeds vaker op. Vaak kleinschalig, maar ook grootschalig zoals in de in de Westelijke Tuinsteden. Parallel aan de corporaties hebben vijf zorgaanbieders, waaronder de ouderenzorgorganisatie Antaris, daar hun krachten gebundeld. Behalve Far West is er Care West. Met zorg vernieuwen is het motto. “Allereerst willen we zorgen voor aanpasbare woningen. Het aantal levensloopbestendige woningen, goed toegankelijk, met brede deuren en ruime badkamers, moet toenemen. We bepleiten in dat verband het gebruik van Woonkeur (zie kader, BP). Op papier is inmiddels sprake van een positieve ontwikkeling. Zo gaat AWV in de Kolenkitbuurt bij voorkeur Woonkeur-woningen bouwen. Andere corporaties denken daar nog over na. Verder hebben we in ons werkgebied behoefte aan zesduizend speciale woningen voor de kleine groep die intensieve zorg behoeft. Maar het nieuwbouwprogramma staat onder grote druk. Van de nieuwe woningen wordt immers maar dertig procent in de sociale sector gebouwd,” zo verklaart Bert Runhaar, seniorprojectmanager van Care West.
In april heeft Care West met corporatie Far West een samenwerkingsovereenkomst gesloten over de ontwikkeling van zorgvriendelijke wijken: flexibel en aanpasbaar, gevarieerd, geschikt en gemengd. Het gaat niet alleen om de bouw van zorgwoningen. Far West is ook bereid in elf gebieden een netwerk van dienstencentra en zorgsteunpunten te realiseren.

De mens wordt ouder en de intensieve zorg schuift mee met de leeftijd

“’Voor de partners in Care West zijn vijftienhonderd mensen werkzaam in de Westelijke Tuinsteden. Als we een groot deel van die mensen wijkgericht kunnen laten werken, dan ontstaat een geweldige impuls voor het verlenen van zorg op maat. Maar die overstap kan pas worden gemaakt, als we kleinschalige zorgsteunpunten bouwen. De moderne variant op het vroegere kantoor van de wijkverpleging kan bijvoorbeeld worden gebouwd in combinatie met een gezondheidscentrum. Het gaat ons daarbij niet om aparte gebouwen. Juist niet. De voorziening moet een onopvallend onderdeel vormen van de gevelwand.”
Zorgsteunpunten in combinatie met een gezondheidscentrum en een welzijnsgebouw zijn in ontwikkeling in Osdorp en in Slotervaart. Verder hebben zorgaanbieders financiële middelen beschikbaar voor de ontwikkeling van dienstencentra. “Wij kunnen bij een groep van tachtig klanten een voorziening van vijfhonderd vierkante meter financieren. Maar dat kan niet tegen de prijs van een bedrijfspand. Met Far West bestaat nu overeenstemming over de ontwikkeling van dergelijk sociaal-maatschappelijk onroerend goed tegen een gematigd rendement.”
Runhaar omschrijft de dienstencentra als ontmoetingspunten waar iedereen welkom is. “Het kan de gedaante aannemen van een grand café. Het gaat ons om levendige plekken met een speciaal zorgprogramma voor ouderen, maar ook met activiteiten voor gewone buurtbewoners. Tabitha heeft al het dienstencentrum Maarten Luther aan het Meer en Oeverpad. De locatie is niet optimaal, maar het loopt er storm. Woningbouwvereniging Het Oosten en Antaris hebben het dienstencentrum Joannes De Deo in Osdorp Midden-Noord gebouwd. En er is zelfs een dienstencentrum in ontwikkeling midden op het Delflandplein.”

Aparte aandacht geeft Care West aan het openbare domein. “Het gaat ons om een integrale aanpak van het maaiveld. Senioren zijn de kritische consumenten. Zij ondervinden als eerste last van dingen, waar eigenlijk iedereen hinder van heeft. Dat betekent een veilige openbare ruimte zonder overbodige stoepen en trappen, veilige oversteekplaatsen, toegankelijke speelterreinen waar ouderen met hun kleinkinderen kunnen spelen. Noem het maar op. Ik vind dat Amsterdam daar nog niet veel van terecht brengt. Het lijkt wel of bij inrichtingsplannen de toegankelijkheid wordt vergeten. Stadsdelen zouden een ander uitgangspunt moeten nemen: comfort voor iedereen. Een gebied moet altijd toegankelijk zijn, tenzij het echt niet mogelijk is.”
 

Domotica
Bij de zorg voor ouderen kan moderne technologie een helpende hand bieden. Aan toepassingsmogelijkheden geen gebrek: draadloze alarmsystemen, die bewoners in geval van nood in staat stellen direct contact te zoeken met het zorgsteunpunt; automatische brandmelding; voordeuren die op afstand kunnen worden geopend; bewegingsmelders die waarschuwen als er in huis al langere tijd niemand meer heeft bewogen; camera’s om na een alarmering op afstand een controle uit te voeren.
Op tal van plaatsen in Amsterdam wordt momenteel geëxperimenteerd met deze ‘domotica’, de toepassing van hi-tech elektronica in het huishouden. Zo voert corporatie Zomers Buiten een proef uit in het seniorencomplex Het Twiske en de bijbehorende aanleunwoningen in Amsterdam-Noord. Bewoners kunnen daarbij op een gebruiksvriendelijke manier via webcam en computer communiceren met familie, vrienden, zorginstellingen en dienstverleners. Care West doet de komende twee jaar in honderd verschillende woningen een pilot om te beproeven op welke wijze domotica een rol kan spelen in verlengen van het zelfstandig wonen.
Ook bij Woonzorg Nederland is de techniek sterk in ontwikkeling. Wim Bakker: “In het Leo Polakhuis wordt in nauwe samenwerking met Antaris domotica ontwikkeld om dementerende ouderen een eigen leefcirkel te geven. Niet voor iedereen hoeft de deur op slot. Afhankelijk van het persoonlijke profiel kunnen mensen over een groter of kleiner leefgebied beschikken. De techniek maakt detectie mogelijk.”
De techniek speelt bovendien een rol bij de beheersing van de zorgkosten in de voor dementerenden geschikte kleinschalige groepswoningen. “Kleinschalig groepswonen is eigenlijk niet te betalen. De techniek kan het onderscheid maken of bij een bepaalde gebeurtenis ingrijpen nodig is. Daarmee krijgen de bewoners meer privacy. En het is mogelijk met minder personeel toch een voor dementerenden waardevolle woonvorm te realiseren.”

 

Bert Pots
Trefwoord