Het bouwen en renoveren van woningen wordt er niet simpeler op. Naast alle bouwkundige eisen moeten we naast energieneutraal, aardgasvrij, klimaatadaptief, natuurinclusief nu ook circulair gaan bouwen. Maximaal hergebruik van bouwmaterialen moet de norm worden. Wat komt er op de woonsector af?
|
Het bouwen van woningen is ingewikkeld en wordt steeds ingewikkelder. Recentelijk drukte het stikstofprobleem ons weer met de neus op dit feit. Maar er is ook een stapeling van eisen om woningen duurzamer te maken én het wonen betaalbaar te houden. “Kijk en huiver”, becommentarieerde het Amsterdamse VVD-raadslid Hala Naoum Néhmé op Twitter laatst een lijstje eisen waaraan een Amsterdams woningproject moest voldoen. Ze had er overigens zo nog een paar honderd juridische, planologische, maatschappelijke, bouwkundige en brandveiligheidseisen aan toe kunnen voegen.
Deze stapeling van eisen is niet - zoals zij suggereert - puur een hobby van het ‘knetterlinkse’ Amsterdamse stadsbestuur. Niet alles, maar veel wordt op landelijk of regionaal niveau besloten of aangestuurd. Dat geldt ook voor de ‘runner-up’ onder de duurzaamheidseisen: circulariteit. Zo kwam het kabinet Rutte in oktober met een brief waarin een aantal maatregelen wordt aangekondigd om vanaf 2021 in stappen circulair bouwen af te dwingen. Daarnaast hebben Rijk, overheden en marktpartijen in juni een Nationaal Convenant Cirkelstad afgesloten om bouwmethoden te ontwikkelen die zowel energieneutraal, klimaatadaptief als circulair zijn. In het Regionaal Programma Cirkelstad van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) is afgesproken om vanaf 2023 gelijkluidende bouwvoorschriften voor circulair en energieneutraal in te voeren.
In de MRA is er grote mate van consensus over de noodzaak om beter naar de grondstoffenstromen te kijken en maximaal hergebruik na te streven. Op de MRA Duurzaamheid Top op 18 oktober is daartoe een aantal initiatieven en maatregelen aangekondigd. Zo willen de MRA-partners, 32 gemeenten, twee provincies en de Vervoersregio Amsterdam, in 2025 minstens 50 procent circulair inkopen. Hun gezamenlijke inkoopbudget is zo’n 4 miljard euro.
‘Circulaire wijken’
Tal van gemeenten in de regio Amsterdam hebben al circulaire projecten uitgevoerd, in uitvoering of aangekondigd. Neem de gebiedsontwikkeling Lincolnpark met 850 woningen in Hoofddorp. Deze ‘wijk van de toekomst’ moet een circulaire wijk worden, aldus de projectdocumentatie: “Niet alleen met woningen zonder gasaansluitingen en daken met groen of zonnepanelen. De ambities van Lincolnpark gaan verder. Bijvoorbeeld door te bouwen met duurzame materialen die worden hergebruikt. En op een slimme manier om te gaan met warmte, elektriciteit, lucht en water.”
Of neem de aankondiging van de woningcorporaties in Flevoland deze zomer om ‘te gaan voor circulair bouwen’. Ook rond de ontwikkeling van het Floriadeterrein in Almere valt de term ‘circulariteit’ naast ‘groen’ en ‘duurzaam’ veelvuldig. Recentelijk werd de aanleg van twee grote bruggen op het terrein gegund aan een aannemer die deze grotendeels gaat bouwen van materiaal uit Almeerse reststromen. In Amsterdam wordt de wijk Buiksloterham zoveel mogelijk via duurzame én circulaire principes ontwikkeld. En dan is er het Bajes Kwartier waar de materialen van de vijf te slopen gevangenistorens voor ‘minstens 98 procent’ worden hergebruikt. Dat zegt althans Beelen, de aannemer die verantwoordelijk is voor de demontage, sloop en asbestsanering. Het zou gaan om zo’n 85.000 ton herbruikbaar materiaal. Een groot deel daarvan wordt direct op de locatie verwerkt en deels hergebruikt. Volgens de plannen worden complete betonplaten uit het bestaande complex gezaagd en in de nieuwbouw toegepast.
Hoe bouw je circulair?
Maar nog even terug naar het begin. Wat is eigenlijk circulair bouwen? Daar blijken vele opvattingen over in omloop. De meest brede definitie omvat eigenlijk alles wat ook onder ‘duurzaam’ wordt verstaan: alles wat uitputting van grondstoffen, milieuvervuiling en aantasting van het ecosysteem voorkomt.
De kern van elke circulaire aanpak is de kringloop: bij nieuwbouw worden zoveel mogelijk materialen hergebruikt, bij voorkeur worden hernieuwbare materialen (‘bio-based’ zoals hout) gebruikt én huizen worden zo ontworpen dat ze aan het eind van hun levensduur goed zijn te ontmantelen en dat de restmaterialen volledig kunnen worden hergebruikt.
Nog duurzamer is natuurlijk dat woningen en wijken ook zo worden ontworpen dat ze toekomstbestendig zijn en lang kunnen blijven staan. Neem de Amsterdamse grachtenpanden, die hebben al vele levens en functies achter zich dankzij hun grote aanpasbaarheid. En dat hangt weer mede af van de verdiepingshoogte, de indeling en de ruimte voor installaties en brandveiligheid. Stadgenoot heeft eerder met zijn Solids een poging gedaan een moderne versie van het flexibele grachtenpand te ontwikkelen, maar dat is om allerlei redenen (vooralsnog?) geen succes geworden.
Veel meer navolging vindt de modulaire en demontabele woningbouw, tot dusver vooral als tijdelijke huisvesting van jongeren en statushouders. Een kanttekening is dat in nogal wat eerstegeneratiesystemen geen of weinig hernieuwbare grondstoffen zijn gebruikt en dat de kwaliteit soms zodanig was dat sloop achteraf goedkoper bleek dan demontage en verplaatsing.
Energieneutraal, aardgasvrij, klimaatadaptief, natuurinclusief én circulair bouwen. Aan al die eisen en wensen liggen begrijpelijke afwegingen ten grondslag. Maar het gevolg is wel dat nieuwbouw steeds duurder wordt. Gasloos bouwen zorgt bij nieuwbouwwoningen al voor een gemiddelde prijsstijging van 10 procent, aldus de rekenmeesters bij bouwkostenbureau BDB. De bouwkosten gaan volgend jaar juli volgens BDB met nog eens 5 procent stijgen als gevolg van de nieuwe BENG-wetgeving. BENG staat voor ‘bijna energieneutraal’. Duurzaamheidsmaatregelen leveren de bewoner ook lagere gebruikslasten op, maar de bouw moet wel kunnen worden gefinancierd. Corporaties kunnen stijgende bouwkosten nauwelijks doorberekenen in de huren; kopers haken nu al af vanwege de sterk gestegen prijzen, zo waarschuwde de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) begin oktober. |
Materialenpaspoort en bouwhub
De bouwsector produceert het meeste afval, maar is ook goed voor ruim de helft van het gebruik van alle gerecyclede materialen. Dit meldt het CBS op basis van de Materiaalmonitor 2014-2016, opgesteld in opdracht van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Dan gaat het vooral om minerale afvalstoffen, zoals puin, voor de aanleg van wegen.
Een forse hindernis voor grootschalig hoogwaardig hergebruik van bouwmaterialen - zoals slooponderdelen - is het gebrekkig zicht op en onzekerheid over de beschikbaarheid. Digitale ‘materialenpaspoorten’ zoals Madaster (zie pag. 16) en fysieke bouwhubs kunnen daarbij helpen. Op een immens terrein in het Westelijk Havengebied van Amsterdam is nu de eerste circulaire bouwhub in ontwikkeling. Beelen NEXT en VolkerWessels bouwen daar Amsterdam Logistic Cityhub, een logistiek knooppunt dat zich ook gaat richten op hergebruik. De bouwhub moet een fysieke marktplaats worden waar vraag en aanbod bij elkaar komen van sloopmaterialen of restanten van nieuwbouwprojecten.
VolkerWessels opende enkele jaren terug al een logistieke bouwhub in Utrecht.
De voordelen: minder ritten naar de bouwplaats, minder transportkosten, minder uitstoot van CO₂ en stikstof. Leveranciers rijden niet meer naar de bouwplaats, maar leveren hun materialen af bij de hub. Daar worden de spullen gebundeld tot pakketten voor de dagelijkse behoefte op de bouwplaatsen in de regio. Op dezelfde efficiënte manier worden de retourstromen vanaf de bouwlocaties getransporteerd.
Megatonnen
Het gaat in de bouw om enorme hoeveelheden grondstoffen, vooral zand en grind, en bouwmateriaal als beton en asfalt. Jaarlijks wordt in de Metropoolregio Amsterdam grofweg 2 megaton materialen in woningen verwerkt en 2 megaton aan asfalt vervangen of aangelegd, zo meldt de MRA Grondstoffenatlas.
Een volledige kringloop zit er overigens niet in, zelfs niet theoretisch. De grote nieuwbouwproductie vraagt veel meer grondstoffen en materialen dan er beschikbaar komen uit sloop. Volgens een schatting in de MRA Grondstoffenatlas kan hoogstens 10 tot 20 procent van de behoefte uit hergebruik komen. De conclusie is dan ook dat circulair bouwen vooral een ontwerpopgave is: ontwerp nieuwe gebouwen en infrastructuur zodanig dat materialen na renovatie of sloop weer eenvoudig en hoogwaardig kunnen worden teruggewonnen.
Lees ook in hetzelfde dossier:
Hoe circulair is 'Circulair Buiksloterham'?
Circulair renoveren, kan dat? - Prijsvraag moet kennis en kunde bij corporaties vergroten
Beroep: Grondstoffenregisseur. Naam: Jolein Baidenmann
Madaster: materialen krijgen een identiteit
De Warren: wooncoöperatie realiseert duurzaam én circulair woongebouw
In de wijk Overtoomse Veld in Amsterdam Nieuw-West zijn 352 sociale huurwoningen vervangen door 480 nieuwbouwwoningen, waarvan 30 procent sociaal. Het voornemen was om dat op ‘klimaatneutrale wijze’ te doen, met hoge circulaire ambities. Dat was bij de start zo’n 10 jaar geleden bijzonder; duurzaamheid was toen vooral een energievraagstuk. |
Almere profileert zich als een ‘circulaire stad’ in wording. Onderdeel daarvan is de opening van het Upcyclecentrum eind 2017. Deze moderne en overdekte versie van de gemeentelijke afvalstraat is geheel opgetrokken uit hergebruikte materialen. Veel beton en staal komen uit een afgebroken voertuigenhal en het oude recycleperron. Tegels, sanitair en grote deuren komen uit de oude sporthal en het zwembad in Almere Haven. Zonnepanelen zorgen voor energie en voor de toiletten wordt regenwater gebruikt. Enkele ondernemers maken ter plekke in eigen werkruimtes van oude materialen nieuwe producten. En dan is er in 2022 de Floriade. Dat moet een circulair feestje worden. Amvest en Dura Vermeer ontwikkelen het project en de bijbehorende duurzame groene woonwijk. Er zijn nog wel wolken boven het groen. Niet alleen heeft Almere de ‘stroppenpot’ verhoogd van 11 naar 14 miljoen om tegenvallers op te vangen. Een nieuw risico is de stikstofproblematiek.
|