Amsterdam kreeg er op 1 januari 2015 zomaar duizenden woningen bij. Maar eind van dit jaar verdwijnen er weer ruim duizend woningen zonder dat er gesloopt wordt. Dit is allemaal het gevolg van de invoering van de landelijke Basisregistratie Adressen en Gebouwen, kortweg BAG. Marco Scheffers, manager Basisinformatie van de gemeente Amsterdam, legt uit.
De BV Nederland is het afgelopen decennium bezig geweest met de invoering van een stelsel van landelijke basisregistraties, onder meer voor eigendom (BRK), personen (BRP), bedrijven (NHR) en adressen en gebouwen (BAG).
Het grote voordeel van deze basisregistraties is dat alle overheden - en aangesloten afnemers - over dezelfde uniforme gegevens en definities beschikken. Sterker nog: overheden zijn verplicht ze te gebruiken en hetzelfde geldt voor andere organisaties, zoals woningcorporaties, met een wettelijke taak.
Denk niet: een adres is een adres, een woning is een woning. Zo simpel is het nooit in een bureaucratie. Tellen we bijvoorbeeld een recreatiewoning mee als woning, een studentenkamer, een tijdelijke wooncontainer, een waterwoning?
In het verleden waren er binnen Amsterdam grote discrepanties in de tellingen van de woningvoorraad, afhankelijk van de dienst waar ze werden bijgehouden. Dat is allemaal in de loop der jaren naar elkaar toegetrokken, waarbij ook is gesnoeid in de vele spellingvariaties om de verdiepingshoogte aan te geven.
“Begin jaren negentig hebben we al een forse slag gemaakt door alle Romeinse cijfers uit de adrestoevoegingen te halen”, vertelt Marco Scheffers, manager Basisinformatie van de gemeente Amsterdam. “Daarna zijn er nog diverse opschoningsacties geweest”.
In 2015 is Amsterdam, in navolging van het CBS, overgestapt op het gebruik van de BAG-definitie van de woningvoorraad. Dit heeft gezorgd voor een flinke trendbreuk. Amsterdam kreeg er daardoor op 1 januari 2015 ineens duizenden woningen bij. Zo worden tijdelijke woningen (zoals containerwoningen), zelfstandige seniorenwoningen in instellingen, zelfstandige studentenwoningen en recreatiewoningen nu wel meegeteld. Heel verwarrend voor de historische woningvoorraadgrafieken, die ineens vreemde pieken en dalen vertonen zonder dat er veel is bijgebouwd of gesloopt.
Zijn we nu klaar?
Scheffers: “Nog niet, helaas. Toen de BAG in 2009 werd geïntroduceerd, waren er twee uitzonderingen: zelfstandige woningen in zorgcomplexen kregen nog geen eigen registratie als woning. Dat is vorig jaar aangepast. De andere uitzondering speelt bij studentenhuisvesting. In veel studentencomplexen hebben onzelfstandige kamers een eigen huisnummer gekregen. Tot dusver worden die als woning meegeteld, maar dat verandert dit jaar. Daardoor verdwijnen er zo’n 1200-1300 adressen in Amsterdam. Dat is voor ons niet alleen een administratieve aanpassing in de BAG, we realiseren ons dan ook dat dit mogelijk gevolgen heeft voor de bewoner op dat adres voor wat betreft huur, toeslagen, een uitkering of een parkeervergunning. Dat betekent dat we hierover voorlichting geven op amsterdam.nl en we onder meer verhuurders en Belastingen informeren over de administratieve verhuizing van de bewoners in deze studentencomplexen.”
Maar dan is het wel klaar. En dan kan de wethouder jullie afdeling flink inkrimpen?
“Een groot deel van het werk om de basisregistraties in te voeren is klaar. Nu is het een kwestie van bijhouden en koppelen. Maar dat is in Amsterdam nog veel werk hoor. Er wordt hier als een gek gebouwd. Wat wij doen is alle nieuwe woningen (en andere panden) invoeren in de BAG op het moment dat hiervoor een omgevingsvergunning wordt verleend. In de toekomst willen we eigenlijk ook de planfase integreren, waardoor we de complete levensloop van het vastgoed - van plan tot sloop - in beeld hebben. Daarnaast zijn er nog genoeg andere wensen vanuit de stad.”
Zoals naar 3D wellicht?
“Een belangrijke wens is inderdaad om vanuit het platte vlak naar 3D-informatie te gaan. Wat we in Amsterdam nu al hebben gedaan, is dat we elk adres hebben voorzien van een geometrische plaatsbepaling en van panoramafoto’s zoals bij Google StreetView. Daarvoor hebben we nu zelf een autootje met camera rondrijden. Dat blijkt goedkoper, actueler en flexibeler dan inkopen. We gaan dat ook vanaf het water en zo nodig op de fiets doen. Voorlopig zijn deze beelden alleen voor gemeentelijk gebruik, maar op termijn willen we die openbaar beschikbaar maken.
“Omdat de eigendomsverhoudingen van panden steeds ingewikkelder worden, moeten we naar 3D. Dat is iets wat we met meer gemeenten en diensten als het kadaster moeten doen. We studeren daar nu op, maar met een termijn van vijf jaar denk ik dat we daarmee wel heel ver zijn.”
Een andere innovatie die Scheffers voor zich ziet, is een koppeling met het toekomstige omgevingsloket. Op termijn worden alle omgevingsvergunningen via een landelijk loket verwerkt. “Bouwende partijen zorgen daar voor invoer. Het zou voor ons ideaal zijn als we zo de door hen gebruikte BIM 3D-modellen zouden kunnen importeren, dan hebben we alle gegevens, oppervlakten, indeling, gevelbeeld enz. direct in de basisregistraties. De combinatie van de invoer door bouwende partijen met de gegevens uit basisregistraties zorgt straks voor een versnelling van de toekenning of afwijzing van vergunningen en andere dienstverlening. Daar hebben bedrijven en burgers profijt van.”