Wat voor soort groen moet de hedendaagse stad bieden? Volgens Geuze is er vooral behoefte aan een variëteit aan groen. “Een stad moet aan drie verschillende wensen voldoen. Mensen hebben enorme behoefte aan tuinen dichtbij huis. Ze willen groenstructuren die zich verbinden met het landschap, zodat ze het idee hebben dat ze gemakkelijk de stad uit kunnen. En mensen hebben de neiging om naar stadsparken te gaan, omdat het daar leuk is. Met kinderen of hond, of om naar meiden te kijken.”
Zonder tuinen zouden grote groepen mensen de stad onmiddellijk verlaten |
De tuin is soms collectief bezit, in de vorm van hofjes of binnentuinen. Soms een individuele aangelegenheid. “Die kwaliteit is midden in Amsterdam te vinden. Het succes van de grachtengordel hangt nauw samen met de aanwezigheid van tuinen. Mensen wonen daar graag, juist vanwege de aanwezigheid van die schitterende binnentuinen. Als je zelf geen tuin hebt, maar de onderbuurman wel, dan ben je toch in staat om de seizoenen waar te nemen en vogels te horen. De aanwezigheid van groen is erg belangrijk voor mensen. Het is een voorwaarde om gezond en gelukkig te zijn. Daar is uitgebreid wetenschappelijk onderzoek naar gedaan.”
Intieme binnentuinen
Ook in nieuwbouwgebieden zoals het eilandenrijk IJburg moet volgens Geuze voldoende groen voorhanden zijn. “Het is een rauw klimaat. Een groot deel van het jaar hebben mensen het gevoel dat het er hard waait. Mentaal doen bomen dan veel. Er zijn allerlei mogelijkheden. Denk aan ruimte van privétuinen, of collectieve binnentuinen. Kleinschalig, intiem en besloten.”
Komen dergelijke tuinen in de plaats van het klassieke stadspark? Plek voor tuinen is volgens Geuze een moeilijke, politiek beladen kwestie. “Ik ben er van overtuigd dat wij in buitenwijken te veel parken aanleggen. Dat geldt alleen niet voor dichtbebouwde stedelijke woonmilieus, waar ook IJburg toe behoort. Op dat soort plekken bestaat een enorme behoefte aan stadsparken en daar is draagvlak voor.”
Groen is een voorwaarde om gezond en gelukkig te zijn |
Gruweldaden
“We willen het niet weten, maar er vinden in parken ook gruweldaden plaats. Denk aan de Schiedammer Parkmoord. Daarom doen we er verstandig aan kritischer om te gaan met de aanleg van stadsparken. Alleen met sterke randen, voldoende gebruikersgroepen en een goede spreiding van activiteiten kan een goed park ontstaan. In veel buitenwijken kan dat niet, maar toch wordt daar veel groen gemaakt. Met hoge beheerkosten. Dan is het beter voor de aanleg van tuinen te kiezen en alleen op een plek waar het wel kan een park met een zeker kwaliteitsniveau te maken.”
Verder heeft de stad behoefte aan kleinschalige ontmoetingsplekken. Mensen worden volgens Geuze gelukkig van groene hoekjes. Maar de toekomstige stadsweide in Overhoeks had van hem niet gehoeven. “In Amsterdam heeft elk grasveld een functie, maar ik betwijfel of daarvoor het IJ moet worden aangeplempt. Uiteindelijk wordt het IJ een gracht. Dat is al begonnen in de negentiende eeuw. Als ik nu achter het Centraal Station sta, dan schrik ik me wezenloos. Wat hebben ze gedaan? De magie van het IJ is verdwenen.”
Geuze is verder sterk gehecht aan de groene corridors vlak buiten de stad. “Waterland en Amstelland maken de stad uniek. Het is er bloedstollend mooi. Alle Amsterdammers kennen de routes naar Durgerdam of Ouderkerk aan de Amstel. Dat geeft ze het idee dat ze de stad uit kunnen.”
Open landschap
In de discussie over de Metropool Amsterdam is de suggestie gedaan dat de stad weer toe is aan een nieuw groot park, bijvoorbeeld langs de oevers van de Amstel. “Daar ben ik het niet mee eens. Dat park is er al. Amstelland. Daar heeft Rembrandt geschilderd. Daar heeft Mondriaan gewerkt. Nescio heeft er over geschreven. Het ziet er nog goeddeels uit als boerenland. Het is niet zinvol dat open landschap te vernietigen om een nieuw landschap te maken. Amstelveen komt dan onmiddellijk met de aanleg van golfbanen en de opening van maneges.”
Kleine ingrepen langs de Amstel zijn wel te verdedigen. “Van Zorgvlied valt een mooi landgoed te maken. Bij het De Mirandabad is wellicht plek te vinden voor een geconcentreerde Keukenhof. Maar als we een groot park willen maken, dan denk ik eerder aan het IJmeer als waterpark. Langs de randen van het meer zijn jachthavens, natuurterreinen en wandelzones denkbaar. In mijn fantasie kunnen we met nieuwe bootverbindingen het gebied gemakkelijk bereikbaar maken.”
Klimaatverandering
Bomen zorgen ook voor schaduw, niet onbelangrijk nu het warmer gaat worden. Geuze steunt het pleidooi van de stadsecoloog (NUL20-juli 2007) om voor meer bomen te zorgen. “Schaduw maken is een belangrijke eigenschap van groen. Het bufferen van temperatuurwisseling is extreem belangrijk. Ook daar is veel onderzoek naar gedaan. Met name uit Duits onderzoek is gebleken, dat zelfs kleinschalig groen in de stad een enorme bijdrage levert aan het microklimaat. ’s Winters minder koud, ’s zomers minder warm. Groen tempert de luchtvochtigheid en vangt stof. Dat staat los van wat groen mentaal doet. Het is buitengewoon prettig om op een snikhete dag in de schaduw te kunnen wandelen.”
Maar bomen groeien niet zo maar in de stad. “Amsterdam heeft traditioneel mensen in dienst met groene vingers. Die kennen de wortelcondities, die weten welke bomen ziek zijn en die komen op de kwekerij. Dat kun je aan de stad zien. Amsterdam heeft een goede groenstructuur, maar de beheerkosten zijn enorm. Zoals we in de jaren vijftig en zestig dachten over groen, dat is vandaag ondenkbaar. Dat is veel te duur.”
Geuze woont tegenwoordig in Rotterdam. “Laten we vooral niet negatief doen over Amsterdam. De bewoners zijn bezeten van groen. Dat siert de stad. In Rotterdam zijn onlangs vanwege de verbetering van het centrumgebied alle bomen op het Weena gekapt. Het was er al niet zo gezellig; nu staan er zelfs geen bomen meer. Dat zou in Amsterdam nooit zijn gebeurd.”
Onvoldoende groen
Geuze maakte in de jaren negentig het stedenbouwkundig ontwerp voor het Borneo-eiland. Dat is vandaag een plek waar bewoners klagen over onvoldoende groen. De VVD-fractie in stadsdeel Zeeburg komt voor de zomer nog met een initiatiefvoorstel om stenen door groen te vervangen. Geuze bepleit op zijn beurt een aanvullend bomenplan. “Het zint me zelf ook niet. Minder publieke ruimte is niet erg, maar dan moet de gemeente wel meer investeren in groen. Dat is onder meer op het Borneo-eiland niet gebeurd. Het is ook wel lastig. Op de betonnen kades willen geen bomen groeien. Het zou goed zijn nog een bomenronde te doen. Het gaat verder om soortkeuze. Op sommige plekken staan berken. Zo’n boom oogt al snel miezerig. Plant iepen. Dat is een sterke boom die het in een winderig havengebied goed volhoudt. Het is verder denkbaar een klein stukje van een havenbassin te dempen of drijvende tuinen te maken.”
Bert Pots