Een woning koelen met koude uit de bodem. Alleen de bewoners van luxe appartementen in het topsegment aan de Zuidas of in Overhoeks kunnen daar straks van profiteren. ‘Bodemkoeling’ voor sociale huurwoningen is in Amsterdam echt niet aan de orde, zo verklaart Nic Frederiks van de Dienst Milieu- en Bouwtoezicht van de gemeente Amsterdam.
Gebouwen kunnen worden verwarmd én gekoeld door gebruik van warmte- en koudeopwekking in combinatie met bodemopslag. De truc is heel simpel.
In de winter wordt warm water uit de bron gepompt en via het leidingnet naar de warmtepomp geleid. Hier wordt het water opgewarmd. Via leidingen stroomt het warme water vervolgens naar de woningen. Als de woningen zijn verwarmd, wordt het water via de leidingen weer afgevoerd en opgeslagen in de koude bron. In de zomer wordt de in de bodem opgeslagen koude omhoog gepompt en gebruikt om de gebouwen te koelen om vervolgens weer opgewarmd in de bodem te worden opgeslagen.
De gebouwen op het Oosterdokseiland worden sinds dit voorjaar verwarmd en gekoeld met behulp van een dergelijk lange termijn energieopslagsysteem. Daarvoor is een stabiele koude waterbel onder het eiland aangeboord. Ook voor de kantoren en woningen aan de Zuidas is zo’n vorm van koude/warmteopslag ontwikkeld met behulp van koude onderuit de Nieuwe Meer. En Frederiks verwacht dat in Overhoeks (het voormalige Shell-terrein) koude/warmteopslag eveneens zijn intrede zal doen.
De bescheiden toepassing op de woningmarkt hangt volgens hem samen met de bescheiden vraag naar koelte. “In onze stad geldt simpelweg het principe: een goed gebouwde sociale huurwoning behoeft geen extra koeling. Alleen projectontwikkelaars in het topsegment – dure koop- en huurwoningen – kijken daar anders tegenaan. Zij bedienen een doelgroep die gewend is om in een auto met airco naar het werk te gaan. Die komt vervolgens in een kantoorgebouw waar de airco voluit draait. Die wil, zo is de redenering, ook een appartement met koeling. En koude is een paar honderd meter onder de stad in ruime mate voorhanden.”
Veel dieper in de aarde is het juist warmer. Reden voor de gemeente Den Haag om samen met twee energiebedrijven en de woningcorporaties Haag Wonen, Staedion en Vestia in het zuidwesten van de stad vierduizend woningen te gaan verwarmen met diepe aardwarmte. Op een diepte van ruim twee kilometer kan water naar boven worden gehaald met een temperatuur van 75 graden Celcius. Deze aardwarmte wordt via warmtewisselaars overgedragen aan het stadsverwarmingsnet en vervolgens gebruikt voor vloerverwarming en de levering van warm water. Het project vraagt een investering van bijna vijftig miljoen euro. “We volgen het project in Den Haag met belangstelling. In Amsterdam is nog nooit onderzocht of er geschikte plekken zijn om te boren naar aardwarmte,” aldus Frederiks.