Een houtpelletcentrale, zonnecollectoren, warmte-/koudeopslag en binnenschil-isolatie. Eigen Haard haalt alles uit de kast om de ‘Koningsvrouwen van Landlust’ niet alleen in oude luister te herstellen, maar ook energiezuinig te maken. Het kost wel wat.
Bij de oplevering van het woonblok Landlust in 1937 werden de 244 woningen en bloc verwarmd met een kolencentrale. Dat was toen vrij nieuw in de Amsterdamse woningbouw. Zo’n veertig jaar geleden is de koleninstallatie vervangen door een gasgestookte centrale, maar binnenkort komt de kolenboer weer terug bij het blok in de Charlotte de Bourbon- en Louise de Colignystraat. Die brengt dan geen kolen, maar CO2-neutrale ‘houtpellets’. Een stoker is niet meer nodig: een machine verwerkt het tot staafjes geperste houtafval automatisch tot gas, dat uiteindelijk wordt verbrand. Op deze manier blijft de uitstoot beperkt.
“Bij het maken van de renovatie- en restauratieplannen ontstond al snel het idee om in dit monument ook de karakteristieke ondergrondse stookcentrale en kolenbunker eigentijds te restaureren en te gebruiken”, zo vertelt projectleider Frans Horst. Hij coördineert namens woonstichting Eigen Haard de renovatie van het complex dat nu Koningsvrouwen van Landlust wordt genoemd.
Anders dan vroeger vormt de centrale slechts één schakel in de warmtevoorziening. De basis voor de klimaatregeling wordt gelegd door de warmte-/koudeopslag (wko) in de grond diep onder de tuin van het complex. De derde schakel bestaat uit zonnecollectoren op het dak.
Het verwarmingssysteem is onderdeel van een pakket aan energiebesparingsmaatregelen. Grootste kostenpost daarbij is de ‘box-in-a-box’- of binnenschil-isolatie. Het blok krijgt de status van rijksmonument, waardoor de buitengevel ongewijzigd moet blijven. Daarom komen aan de binnenkant voorzetmuren met isolatielagen. De kleine woningen worden er wel weer kleiner van.
Het gemeentelijk Klimaatbureau heeft de Koningsvrouwen van Landlust, net als een project van De Key (zie pag ), aangemerkt als proefproject in het kader van zijn klimaatdoelstellingen, en heeft een bescheiden subsidie toegekend (60.000 euro). Voor Eigen Haard zelf is het een proeftuin voor de aanpak van nog eens 32.000 energieslurpende en CO2-producerende portieketagewoningen in zijn bezit.
Proeftrappenhuizen
Binnen de pilot zijn er deelexperimenten, met zeker vier, mogelijk meer proeftrappenhuizen. De precieze invulling staat nog niet vast, maar zeker is dat één trappenhuis, los van de houtpelletcentrale, een eigen HRE-ketel krijgt (zie pag 15). “Deze goed geïsoleerde woningen kun je bij wijze van spreken met een strijkbout verwarmen”, zegt Horst. ‘’Een HRE-ketel heeft een veel te hoge energieopbrengst voor één woning. Maar met acht woningen, die we als een grote villa kunnen beschouwen, is er meer massa in de vraag.”
Er zijn plannen om woningen te voorzien van vloerverwarming. Maar de veelal Turkse en Marokkaanse bewoners zijn “gek op kleedjes op de vloer”, zo vertelt Horst. “Die houden de warmte van de vloerverwarming juist tegen en daarom zullen we ook woningen van plafondverwarming en –koeling voorzien.”
Daarnaast wordt er gekeken naar andere koelmogelijkheden. Bijvoorbeeld met een warmtepomp op het dak, die hetzelfde werkt als een ijskast. De warmte die het apparaat produceert, kan weer worden gebruikt voor warm tapwater. Het energieverbruik in de verschillende trappenhuizen wordt in de gaten gehouden om te zien welke oplossingen het beste werken.
Het is niet de bedoeling dat de bewoners zich veel met de apparatuur gaan bemoeien. Voor het vervangen van de filters van de balansventilatie, kunnen monteurs gebruik maken van een tweede voordeur die bij de renovatie wordt aangebracht. Op die manier worden bewoners niet lastiggevallen.
Kosten?
Maar wat kost al dit fraais? De status van monument schroeft de kosten van de renovatie flink op. Naar schatting is met het hele project zo’n 28 miljoen euro gemoeid, oftewel 115.000 euro per woning. Maar ook zonder de monumentstatus hangt aan een dergelijke renovatie al gauw een prijskaartje van tegen een ton per woning, zegt Horst.
Met 32.000 van dit soort woningen zou Eigen Haard zo’n 3 miljard moeten investeren. Is dat reëel?
Een deel van de investeringen komt weer terug door een hogere huur, zegt Eigen Haard. Horst: “De doelstellingen was minder CO2-uitstoot en lagere energielasten voor bewoners. Nu is de olieprijs lager, maar energie was tot voor kort de sterkst stijgende woonlast. In dit complex is die al even hoog als de huur. Binnen drie jaar zouden de energielasten zelfs hoger zijn, zeker als Poetin nog drie keer de gaskraan dichtdraait. Dan zijn deze investeringen zeker reëel.”
In NUL20 #43 van maart 2009 stonden we uitgebreid stil bij de rol van de bewoners in dit project.