Tweejaarlijks wordt de thermometer in de hoofdstad gestoken via het grootschalige bewonersonderzoek Wonen in Amsterdam (WiA). Centraal in het onderzoek staat de verhouding tussen woningmarktsegmenten en inkomensgroepen. WiA geeft informatie over de ontwikkeling van de inkomens, de woningvoorraad en de tevredenheid dan wel chagrijn van Amsterdammers over tal van zaken die met wonen en leefbaarheid te maken hebben. Eind vorig jaar kwam het hoofdrapport - de Stand van Zaken - over 2011 klaar.
Zeer veel cijfers dus. Cijfers die het einde van een piekperiode weerspiegelen. Zo zet in 2011 na vele jaren de inkomensgroei niet langer door. En ook de bouwgolf van het eerste decennium is na 2011 wel voorbij. Verder zetten wel een aantal langjarige trends door: relatief minder sociale huurwoningen (47,2%) en meer koopwoningen (30,2%). Wel een trendbreuk is de stijging van het aantal en het percentage particuliere huurwoningen (naar 22,6%). Volgens de onderzoeker komt dat door de crisis op de huizenmarkt.
De huren blijven doorstijgen. Het aandeel huurwoningen huurwoningen tot de huurtoeslaggrens €545 in 2011) zakte wederom met 4 procentpunten naar 56%. De gemiddelde huur van een corporatiewoning is in 2011 €413, van een particuliere huurwoning €596.
De discrepantie tussen de huren en de WOZ-waarden in de verschillende delen van Amsterdam zakte iets, maar in de centrale gebieden zijn de huren nog altijd relatief laag in vergelijking met die in de naoorlogse - en minder gewilde -gebieden. Amsterdammers geven gemiddeld een een 7,5 voor hun woning en 7,3 voor hun woonomgeving. De stijgende trend van voorgaande jaren is voorbij.
Het onderzoek ‘Wonen in Amsterdam’ vond in 2011 voor de negende keer plaats, in opdracht van de Dienst Wonen, De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties en de stadsdelen.
Het onderzoek ‘Wonen in Amsterdam’ vond in 2011 voor de negende keer plaats, in opdracht van de Dienst Wonen, De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties en de stadsdelen. Het rapport Stand van Zaken is via de Link te downloaden.