Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft onderzoek gedaan naar de financiële risico's van huishoudens en hun toegang tot de woningmarkt. Dit levert, afgezien van de gekleurde geografische datakaarten, geen vrolijk beeld op. Veel Nederlanders staan er beroerder voor dan een decennium geleden. Onder invloed van ontwikkelingen in de huizenprijzen en conjunctuur is de financiële kwetsbaarheid van huishoudens op de woningmarkt toegenomen. Daarmee is ook de woningmarkt als geheel kwetsbaarder geworden. Dat geldt met name voor huurders. Het aandeel huurders met een betaalrisico is in de periode 2002-2012 meer dan verdubbeld. In 2012 had 13 procent van de huurders een inkomen dat ontoereikend was voor het betalen van de netto woonlasten en de meest basale uitgaven voor het levensonderhoud. In 2002 bedroeg dit aandeel nog 5 procent. Het aandeel eigenaar-bewoners dat een betaalrisico heeft, ligt niet alleen een stuk lager dan bij huurders, maar is ook redelijk stabiel; in de periode 2002-2012 schommelt dat aandeel rond de 3 procent.
Vooral huurders die huurtoeslag ontvangen, zitten vaker in de knel: had in 2002 ‘slechts’ 6 procent van de huurtoeslagontvangers een betaalrisico, in 2012 was dit aandeel opgelopen tot circa 21 procent. De oorzaak van de toegenomen betaalrisico’s onder huurtoeslagontvangers moet niet zozeer worden gezocht in ontwikkelingen in het huurbeleid, maar eerder in de inkomens- en koopkrachtsfeer.
In stedelijke regio’s wonen meer huishoudens met een potentiële restschuld of een betaalrisico dan in minder stedelijke regio’s. Vooral de Amsterdamse regio telt relatief veel kwetsbare huishoudens.
Kwetsbaarheid van regionale woningmarkten - Financiële risico's van huishoudens en hun toegang tot de woningmarkt. Planbureau voor de Leefomgeving. ISBN: 978-94-91506-82-6; PBL-publicatienummer: 1348. Gratis te downloaden via www.pbl.nl