Amsterdamse corporaties houden onverkort vast aan de verkoop van sociale huurwoningen. Zo blijkt uit het onlangs gepubliceerde bod van de negen corporaties aan de gemeente voor de dit najaar te maken nieuwe prestatieafspraken. Verlenging van de bestaande verkoopafspraken is volgens de corporaties essentieel om meer nieuwe sociale huurwoningen te kunnen bouwen.
De corporaties zijn bereid tot 2024 gemiddeld 2.500 nieuwe sociale huurwoningen op te leveren. Dat is een verdubbeling van het aantal dat zij de afgelopen jaren hebben gebouwd. De nieuwbouw zal, zo schrijven de corporaties, grotendeels bestaan uit kleinere woningen (<70m²). Deze productie vraagt een investering van meer dan 2 miljard euro. Een deel van de opbrengst uit woningverkoop – circa 1,5 miljard euro- zal daarvoor worden gebruikt. De corporaties verkochten vorig jaar 852 bestaande corporatiewoningen aan particulieren, waarvan 727 voormalige sociale huurwoningen.
Onder de titel ‘Amsterdam, stad voor iedereen’ wordt voorgesteld segregatie tegen te gaan. “We willen in gebieden met hoofdzakelijk sociale huurwoningen meer mengen. En in gebieden met heel weinig sociale huur juist betaalbare woningen toevoegen”, aldus de federatie van woningcorporaties AFWC. Daarbij wordt als uitgangspunt gehanteerd in elk van de 22 gebieden ten minste 25% en maximaal 65% sociaal te verhuren. Dat is inclusief de particuliere sociale woningvoorraad.
De corporaties stellen bij hun nieuwbouwprogramma wel een aantal eisen. De gemeente moet voldoende bouwlocaties beschikbaar stellen. Er moet tempo worden gemaakt in de processen rond regelgeving, inspraak en bestemmingsplannen. En ook moet de gemeente afzien van bovenwettelijke eisen voor kwaliteit en duurzaamheid. “De stichtingskosten van nieuwe woningen in de sociale huur worden zo veel mogelijk gedekt door de huurinkomsten”, aldus de corporaties. Netto is vervolgens sprake van een groei van de sociale woningvoorraad met vijfhonderd woningen per jaar. In 2023 moet de corporatievoorraad bestaan uit 167.000 zelfstandige sociale huurwoningen en ruim 10.000 onzelfstandige wooneenheden.
Voor renovaties en onderhoud is in de periode 2020-2023 grofweg 1,7 miljard euro beschikbaar. Verder wordt voorgesteld zeventig procent van het aanbod in het sociale segment aan te bieden aan huurtoeslaggerechtigden. Ook willen de corporaties zich inzetten om jaarlijks 1.500 mensen die urgent een huis nog hebben te huisvesten. Bovendien moeten meer jongeren een kans op een zelfstandige huurwoning krijgen.
In het voorstel waarschuwt de AFWC voor een minder rooskleurige toekomst vanwege de almaar oplopende belastingdruk. Corporaties voorzien dat zij in 2023 465 miljoen euro aan belastingen moeten afdragen. “De oplopende lasten leiden ertoe dat er voor de Amsterdamse corporaties geen sprake is van een duurzaam verdienmodel. We kunnen op de langere termijn steeds minder doen voor de stad”, aldus de federatie.
"De wensen van de Amsterdamse corporaties leggen de coalitie goed op de pijnbank", zo constateert VVD-raadslid Hala Naoum Nehme in een eerste reactie. Juist de coalitie van GroenLinks, D66, PvdA en SP verzet zich tegen de verkoop van sociale huurwoningen, de afname van het aantal sociale huurwoningen per buurt en minder duurzaamheidseisen.