Op het Zeeburgereiland mag hoogbouw komen. De Raad van State heeft de bezwaren van bewoners- en monumentenorganisaties tegen de hoge woontorens in het bestemmingsplan Sluisbuurt ongegrond verklaard. Wethouder Marieke van Doorninck (Ruimtelijke Ordening) is blij met de uitspraak. "Nu kunnen we echt van start met de bouw van een nieuw stuk stad met 5500 woningen, scholen en voorzieningen op een unieke plek aan het IJ."
De autoluwe woonwijk krijgt naast lage gebouwen ook een aantal woontorens, tot 125 meter hoog. Bewoners van Zeeburgereiland, de vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad en de stichting Monumenten Amsterdam Noord hadden bezwaren tegen de torens. Die tasten volgens hen het uitzicht van de huidige bewoners aan, gaan zorgen voor een verkeersinfarct, bederven het aanzicht vanuit de Amsterdamse binnenstad en verstoren de beleving van landelijk Noord. Volgens hen was het plan in strijd met het eigen gemeentelijk hoogbouwbeleid. Overigens heeft de stad al eerder enigszins rekening gehouden met kritiek. De maximale bouwhoogte werd verlaagd van 140 naar 125 meter.
De eerste grote ontwikkeling in de Sluisbuurt wordt het gebouw van Inholland met kort daarna de bouw van de eerste jongeren- en studentenwoningen. Vanaf 2020 worden de eerste tenders voor woningbouw op de markt gebracht. Met name voor de woontorens wordt dat een spannende fase. Hoogbouw boven de zeventig meter is vanwege extra veiligheidseisen en bouwkundige voorzieningen onevenredig duur. Belegger Syntrus Achmea liet vorige week nog weten dat dergelijke hoogbouw alleen kan, als de gemeente de grondprijs neerwaarts aanpast. De gesprekken daarover verlopen zeer moeizaam. Aan de andere kant verlangt wethouder Ivens juist meer betaalbare woningen. De volledige ontwikkeling van de nieuwe wijk gaat circa 10 jaar duren.